zondag 24 april 2011

Wat voor vrouw?



De Britse schrijver Ford Madox Ford (leest die man!) heeft ooit geschreven -- of gezegd -- dat hij L'Education sentimentale veertien keer had gelezen. Daar kan ik me iets bij voorstellen, want het is een meesterwerk van de stilistische grootmeester Gustave Flaubert. (Hij leefde van 1821-1880; het boek, zijn laatste voltooide roman, verscheen in 1869, na een dracht van liefst zeven jaar).



Flaubert verhaalt hoe op een avond een stel vrienden, onder het genot van alcoholica, van gedachten wisselen over de ideale vrouw. Een schilder, met meer theorieƫn dan talent in zijn mars, is van mening dat er geen mooie vrouwen bestaan; hij ziet liever tijgers; hij betreurt het uit esthetisch oogpunt dat vrouwen hun haar lang dragen en borsten hebben. Een ander, een rechtenstudent, valt juist voor Spaanse types: donkere ogen, welig zwart haar. Een cynische journalist vindt het klassieke model niet te versmaden, maar komaan, aan een snolletje beleef je meer plezier dan aan de Venus van Milo; overigens huldigt hij de stelling dat verandering van spijs doet eten: nu eens een brunette, dan een blondine. Hij wil weten wat Dussardier, een wat oudere voerman, republikein in hart en nieren, ervan vindt?



Dussardier antwoordde niet. Allemaal drongen zij erop aan dat hij zijn voorkeur te kennen zou geven. 'Nou,' zei hij, terwijl hij een kleur kreeg, 'ik zou van een en dezelfde willen houden, altijd.'



Dit werd op zo'n manier gezegd dat er een ogenblik stilte viel. Sommigen werden verrast door een dergelijke eenvoud, anderen ontdekten misschien wat hun wezen in het verborgene begeerde.

3 opmerkingen:

Bertie zei

Mooi, en bijzonder om in zo'n snoeverig gezelschap met zo'n mening voor de dag te komen. Die Dussardier klinkt wel alsof hij (nog) geen vrouw heeft. Of misschien heeft hij wel een vrouw, maar is het niet zijn ideale vrouw en houdt hij niet (altijd) van haar.

Griemmank zei

Dat van die stilte, die viel.... ik kan het me goed voorstellen.

fialas.web-log.nl zei

dat willen die andere kerels ook, ergens op de achtergrond een veilige vaste trouwe metgezellin, en dan zo af en toe de hort op met een lekker stuk, wat voor kleur dan ook.
Daarom werden ze stil.