donderdag 29 december 2011

'El puercoespín mimoso' (1)




Een jaar of vijftien geleden werd in ons wijkcentrum een tweedelige cursus Spaanse conversatie (beginners, gevorderden) aangeboden. Ik schreef me er achtereenvolgens voor in, want wil het gezegde niet: ‘Zo veel keren is men man als men talen spreken kan.’ En mijn moeder zaliger (het is vandaag haar sterfdag, 1985; zij was van 1901) placht te zeggen: ‘De wetenschap is licht dragen.’


Onze lerares was een klein opdondertje, heur prachtig haar was bijna even lang als zijzelf. Tenger, toch gespierd, sportief; zij kwam altijd vanuit een naburig dorp aangestormd op een racefiets. Zij stond kort vóór haar doctoraal en gaf zeer gedreven les. Mij stimuleerde dat niet weinig en ik maakte dan ook braaf mijn huiswerk. Niet aldus een medecursist, een jonge slungel. Hij deed zeer geërgerd, toen de docente hem verzocht met de geleerde woordjes een zin te vormen. Daar zag hij het nut niet van in. Zij legde uit dat menselijk wezens de eigenaardigheid bezitten zich verstaanbaar te maken in zinnen. Daar had hij lak aan. Hij — en zijn vriendin, een soort porseleinen pop die er altijd bij zat voor een oortje zout, zonder ooit een spier te vertrekken of een woordje te uiten — waren uitsluitend naar de cursus gekomen, om te leren hoe je in het Spaans zegt: ‘Ober! Bier! Twee! Snel!’ Tot opluchting van de anderen lieten beiden na deze aanvaring verstek gaan.


Foto: De Uruguyaanse schrijver Mario Benedetti. Over wie later meer.



(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen: