In het lange pinksterweekeinde heb ik eens wat meer tijd besteed aan de bijlagen van mijn lijfkrant. Zo spelde ik een, nogal moeizaam gesteld, artikel uit waarin een mevrouw constateerde dat slechts weinig literaire prijzen aan schrijfsters ten deel vallen en beweerde dat dit komt, doordat mannen geen boeken van vrouwen lezen.
Ik heb al heel lang geleden geleerd dergelijke lapidaire uitspraken met een korreltje zout te nemen. Op mij slaat het tenminste niet. Ik lees heel graag romans van vrouwen (niet per se over vrouwen). Waarom?
Begin vorig jaar kwam ik door een merkwaardig toeval weer in contact met een oude vlam; die op het gebied van bellettrie haar vrouwtje staat. In een e-mailtje maakte ik haar deelgenoot van mijn voorkeur voor vrouwelijke auteurs. 'Allicht,' antwoordde zij. Ik vroeg om uitleg. Daar wacht ik nog steeds op. Hoogstwaarschijnlijk tevergeefs, want ik ben met de persoon in kwestie weer gebrouilleerd geraakt.
Waarom dus? Vrouwen zien toch andere dingen dan mannen en kijken tegen datgene wat zij gemeenschappelijk met mannen waarnemen, toch vaak anders, met rijkere facetten, aan. Ja, ik weet het: het is een vreselijke dooddoener. Maar ik heb niets anders op voorraad. Hoewel... mij boeit altijd de radicaliteit en de afkeer van compromissen bij schrijfsters. Als vrouwen slecht schrijven, schrijven zij ontzettend slecht; Connie Palmen is HET voorbeeld. Als vrouwen goed schrijven, schrijven zij ontzettend goed. Voor het handjevol romans van George Eliot (afbeelding) en Marguerite Yourcenar geef ik het ganse oeuvre van Harry Mulisch, het dito van W.F. Hermans en het meeste van volksschrijver Reve cadeau.
dinsdag 29 mei 2012
Ik ben dus een uitzondering...
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 08:49:00
Labels: bellettrie, Eliot, Hermans, Palmen, Reve, romans, schrijfsters, Yourcenar
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten