zaterdag 30 juni 2012
Bloemetjes voor Henk?
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 06:07:00 1 reacties
woensdag 27 juni 2012
Heilige onnozelheid
Ik had ooit een collega die was uitgekeken op het verslaan van binnenbrandjes en burenruzies, hij ging studeren. Met lauweren: hij heeft het geschopt tot hoogleraar in iets van de zachte sector. Hij placht te zeggen: al die onderzoeken naar het gedrag van mensen doen niets anders dan het gezond verstand bevestigen.
Als ik honderd dorpsgenoten uitnodig hun duur en fonkelend rijwiel onafgesloten op straat te zetten, hoef ik geen promovendus op pad te sturen om 98 of 99 van de geënquêteerden te horen melden: 'Mijn zwijntje is gejat.' Dat voor Nederland. In Zuid-Korea, een land dat niet wordt bevolkt door dwangmatige bietsers, kun je in de kleedkamer van een voetbalclub je dikke knip uren laten liggen, zonder dat er iemand ook maar naar wijst.
Als je de tandartsen vrij laat in het bepalen van hun tarieven, slaan ze natuurlijk niet aan het concurreren met prijsdaling als resultaat. Zij spreken dan onder een neutje af: als jij mij niet naait, naai ik jou niet. Iedere spruitjeskweker zag aankomen dat het boor- en trekwerk in korte tijd een procent of 10 duurder zou worden. Alleen de minister en onze volksvertegenwoordigers zagen dat niet. 'Heilige onnozelheid,' zei de ketter Jan Hus, toen een oud vrouwtje een paar dorre takjes op zijn brandstapel kwam gooien.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 08:32:00 2 reacties
Labels: Hus, onderzoeken, tandartsen
donderdag 14 juni 2012
maandag 11 juni 2012
Oranjes redding: Henk zijn concept
De hoofdschuldige aan de huidige malaise is trainer Bert van Marwijk. Mister Eigenwijs, als u het mij vraagt. Wanneer gaat hij zijn oren eens laten hangen naar de talrijke verbluffende, voor de tegenstander fatale concepten die hem door miljoenen bank-, divan- en sofazitters geheel gratis worden aangereikt?
Ik ben een van dezen en ik word niet als enige benijd om mijn kijk op het voetbalspel. Wat wij nodig hebben is consequente mandekking. Tevens onverbiddelijke velddekking. En natuurlijk nietsontziende positiedekking. Tussen deze drie vormen dienen onze boys op volstrekt onvoorspelbare wijze te wisselen. En ziet, terwijl Schweinsteiger er vanuit gaat dat hij wordt gedekt door Michael Reiziger, houdt de Kromme de rechtertip van de middellijn in de smiezen.
En waarom blijft de bondstrainer vasthouden aan een diepe spits? Dat is toch zoiets als de Zwitserse grendel: volkomen verouderd. Wat wij nodig hebben is juist een ondiepe spits. Immers, hoe ondieper, hoe duidelijker hij aan de oppervlakte komt. Een spits in een spelonk kan speleologen te stade komen, bij het voetbal heb je er uiteraard niks an.
Maar onze boys zelf valt ook het nodige aan te wrijven. Hoe is het gesteld met hun gebeds- en sacramenteel leven? Gino Bartali (foto) won de Tour de France in 1938 en 1948 (hij placht ook altijd een stuk of tien etappes op zijn naam te schrijven) en wat ondernam de campionissimo ter voorbereiding op klassiekers? Hij trok zich terug in een abdij. En bepaald niet om daar de gebraden haan uit te hangen. Met de kippen op stok, voor dag en dauw uit de veren, zeven maal daags met de monniken aantreden voor het koorgebed, een harde bol met slappe koffie, een stukje vis ter grootte van een postzegel, eenvoudige doch smakeloze spaghetti en wat sla met azijn.
Rustdagen in Zuid-Frankrijk vulde hij met een pelgrimstocht naar Lourdes, alwaar hij een van zijn gele truien offerde aan de Heilige Maagd.
Onze jongens bivakkeren in Polen. Alwaar het wemelt van de bedevaartsoorden. Maar hebt u hen al gezien bij de Zwarte Madonna van Czestochowa? Ik niet. Toch zouden zij er goed aan doen, willen zij woensdag de Mannschaft in de pan hakken, zich aan de voeten van de Moeder Gods te verootmoedigen in de vorm van een algehele biecht. En dan niet zo flauw zijn om voor biechtvader op zoek te gaan naar die dove pater capucijn.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 10:54:00 0 reacties
Labels: Bartali, Czestochowa, De Kromme, EK, Lourdes, Reiziger, Schweinsteiger, Van Marwijk, voetbal
vrijdag 8 juni 2012
Morgen Vlaggetjesdag
De nieuwe haringTriomf! de vreugde stijgt ten top: Hijsch, Holland, vlag en wimpel op, En doe de jubeltoon nu daavren langs uw strand! Daar komt de kiel, met goud belaân, Zij brengt ons d'eersten haring aan: 't Is feest in Nederland. 't Is feest! een eigen Hollandsch feest! 't Is heilig: 't brengt ons voor den geest Den tijd van onzen roem, den tijd van onzen schand. Triomf! de nacht van schande zonk; Triomf! de dag van glorie blonk Voor 't vrije Nederland. Verhef u, wakk're zeevaardij! U, pronk van Hollands maatschappij! U, koningin van 't feest, u biên wij d'eerewijn; Sprei, handel, Hollands gullen disch! Nu zal de vaderlandsche visch Weêr de eerste schotel zijn. Bataafsche maagden, rept u wat! Plukt bloemen voor den kostbren schat, En tooi den lekkren visch met vaderlandsche zwier! Kwam hij niet met Oranje weêr? Dat hem dan, even als weleer, De gouden goudsbloem sier'. Wie in dit kostlijk zeebanket Voor 't eerst de grage tanden zet, De volle flesch ontkurkt, tot vreugd van zin en geest, Met fonkelende glazen klinkt, Ze op Neêrlands welzijn ledig drinkt, Die houdt een heerlijk feest. Ja, ieder maakt dan goede sier; Waar wijn ontbreekt, daar neemt men bier: Die vaderlandsche drank smaakt ook in Neêrland zoet. Men drinkt ook Beukelszoon ter eer, En na den maaltijd nog eens weêr, Daar 't vischje zwemmen moet.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 12:47:00 0 reacties
Labels: nieuwe haring, poëzie, Spandaw
zondag 3 juni 2012
Waarom lezen we hen niet meer? (2 en slot)
Ik stel vast dat ik al een paar jaar, zo sinds mijn zeven kruisjes, veel oude meesters lees. Het is eigenlijk toevallig gekomen: boek op de kop getikt in onze kringloopwinkel of via Boekwinkeltjes. Van het een komt het ander: in het voorwoord van zo’n werk of op het internet lees je dat de schrijver in kwestie destijds hogelijk werd bewonderd -- of de grond werd ingetrapt -- door zijn collega’s X. en Y. en nu zit ik zo in elkaar dat ik dan denk: ja, over hen hadden we het vroeger op school ook kort, ik moet toch eens iets van hen gaan lezen.
Onlangs verwierf ik -- voor een appel en een ei nog wel -- een alleraardigste art déco-band met het complete poëtische oeuvre van William Wordsworth. Ik begon te lezen en raakte zowaar alras verslaafd; ik moest me de eerste dagen enig geweld aandoen om het boek terzijde te leggen.
Even een zijstraatje ingeslagen. Eén gedicht, met een vertaling van mijn hand, plus mijn interpretatie van de inhoud, e-mailde ik aan een oude vlam, met wie ik, zoals ik laatst schreef, door een merkwaardige samenloop van omstandigheden, weer in contact was gekomen. Zij schrijft zelf gedichten en ik was dus dubbel nieuwsgierig naar haar commentaar. Zij liet dat echter over aan een vriendin, die cum laude was gepromoveerd in de Engelse taal en letterkunde. Deze was het met mij volstrekt oneens. Overal waar Wordsworth het over beneden had, doelde hij volgens haar op de genoegens van de onderbuik en ‘upper’ stond voor erectie of fallus. Dat schijnt tegenwoordig zo te moeten. Ik vond het een beetje raar, want de door de dichter gebezigde aanhef luidt in alle mij bekende talen een gebed in.
Zojuist heb ik ‘Rob Roy’ van Walter Scott gelezen; met aanzienlijk plezier, wegens het volbloed romantisch karakter en ondanks de rommelige compositie en de niet weinige moeilijk te volgen passages in Schots dialect. Scott staat te boek als de vader van de historische roman; zijn invloed is binnen en ook buiten het Engelse taalgebied enorm geweest. (Twee voorbeelden slechts: zijn gedicht ‘The Lady of the Lake’ en zijn roman ‘The Bride of Lammermoor’ zijn tot opera’s verwerkt door respectievelijk Rossini en Donizetti.)
De satiricus, dichter en essayist Thomas Love Peacock schreef over Scott: ‘Hij bezat het zeldzame talent dat hij in de smaak viel bij alle rangen en standen, van de edelman tot de boer.’ En Robert Louis Stevenson, ook iemand die van wanten wist (hij schreef onder meer ‘Treasure Island’) oordeelde: ‘Wanneer ik aan ‘Rob Roy’ denk, verlies ik mijn geduld jegens alle andere romans; ze lijken slechts afschaduwingen en bedriegers; ze vermogen niet de eetlust te stillen die dat andere boek heeft opgewekt.’
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 15:24:00 0 reacties
Labels: bellettrie, Donizetti, Peacock, romans, Rossini, Scott, Stevenson, Wordsworth
zaterdag 2 juni 2012
Waarom lezen we hen niet meer? (1)
Achteraf vind ik het vreemd dat ons leerboek startte met de dichters van het Lake District. Chaucer, Donne, Sidney, Bunyan -- zij schitterden door afwezigheid.
De opzet van het boek was: levensloop van de auteur, zijn betekenis voor de schone letteren, bibliografie en een paar passages uit zijn werk. Ik herinner me dat we van William Wordsworth, een van de Lake Poets, het gedicht 'We Are Seven' lazen (en tot onze pret vermeld zagen dat het door Beets was vertaald onder de titel 'Met zen achten'.) Het behoort tot je culturele bagage dat je op enige bekendheid met de Lake Poets kunt bogen, maar laten we eerlijk zijn: hoevelen van ons lezen na hun schooltijd nog iets van Wordsworth, van Coleridge, van Southey? En van Richardson, van Thackeray, van Lord Lytton, van Keats, van Burns, van Byron, van Scott (afbeelding)? Ja, je hebt natuurlijk de gezusters Brontë, je hebt Dickens, je hebt Eliot. Maar van Mrs Gaskell? Van Fanny Burney? Van Meredith? Van De Quincey, van Shelley, van Smollett, van Fielding, van Tennyson?
Hoewel...
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 15:40:00 0 reacties
Labels: Beets, Lake Poets