Morgen is het 75 jaar geleden dat Oostenrijk werd ingelijfd in Nazi-Duitsland (Heim ins Reich). De voorgeschiedenis leest als een spannend jongensboek, maar er is op internet zoveel over te vinden dat ik me beperk tot te herinneren aan de kwalijke rol die Arthur Seyß-Inquart in dezen heeft gespeeld. (Hij was tijdens de bezetting van Nederland hoogste baas (Reichskommissar). Op het grote proces van Neurenberg werd hij wegens misdaden tegen de menselijkheid ter dood veroordeeld en op 16 oktober 1946 eindigde zijn leven aan de galg).
Na de oorlog zijn in Oostenrijk stemmen opgegaan die het land bestempelden tot het eerste slachtoffer van de nazi-agressie. Welke stelling niet onomstreden is. Zo legde de Duitse schrijver Erich Kästner (Emil und die Detektive, Die verschwundene Miniatur) 'Fräulein Oostenrijk', een dom blondje van het platteland, het volgende gedichtje in de mond:
Ich habe mich zwar hingegeben,
Doch nur weil ich gemußt.
Geschrien hab ich nur aus Angst
Und nicht aus Lieb und Lust.
Und daß der Hitler ein Nazi war -
Das hab ich nicht gewußt.
Over Kästner gesproken: hij was een van de auteurs wiens werken door de nazi's in het openbaar werden verbrand. Hij stond er zelfs bij, in Berlijn. Tot hij door een bruinhemd werd herkend. Hij wist niet hoe rap hij zich uit de voeten moest maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten