Mijn leesvriend V. is uitgerust met een gezonde nieuwsgierigheid en dit strekt onze tweewekelijkse gedachtewisseling over boeken niet zelden tot profijt.
Onlangs had hij in een kringloopwinkel 'De dollartekens in de ogen van Moeder Theresa' van de Vlaming Herman Brusselmans op de kop getikt. Na 25 bladzijden had hij er al tabak van. Of ik er ook eens mijn neus over wilde drogen; misschien had hij het boekje met een verkeerde bril gelezen, wellicht waren hem pakkende eigenschappen ontgaan...
Ik was er nog sneller klaar mede: een pagina of 10. Volgens mij is het volgende gebeurd. Brusselmans heeft in een Belgische kroeg met een flinke snee in zijn neus voor zich uit zitten lullen, de volgende dag heeft hij, na zijn roes te hebben uitgeslapen, datgene wat hij zich van zijn dronkemansgeouwehoer herinnerde op schrift gesteld, hij heeft dit proza naar zijn uitgever gestuurd, die het, met eurotekens in zijn ogen (hij wel), op de markt heeft geslingerd. Het schijnt dat Brusselmans te boek staat als de straaljager onder de Vlaamse auteurs; nu, 'ongeleid projectiel' lijkt me passender.Leesvriend V. vroeg zich af hoe Brusselmans dan toch zulk indrukwekkende oplagen kon boeken. Daar hoefde ik niet lang over te prakkizeren. Het peil van ons onderwijs is sedert de oorlog gestaag gedaald. Allerlei monsterlijkheden op het gebied van onze moerstaal bijvoorbeeld worden getolereerd als 'moet kunnen'. Ook moet de student de leerstof vooral leuk vinden. Maar wie, wederom bijvoorbeeld, goed Latijn wil leren, moet de verbuigingen en vervoegingen er domweg instampen, er zit gewoon niets anders op, het blijft anders sukkelen, dat geef ik u allemaal op een briefje. Het peil van onze verstrooiing is navenant achteruit gehold. Wat mannelijke cultuurbarbaren en ordinair vrouwvolk met name op de treurbuis durven debiteren is van een platvloersheid die haar weerga niet kent. Punt 3: de reclame wordt met de dag gehaaider en steeds meer lezers volgen het zoete pijpen van de verborgen verleiders. En dan is daar de letterkundige kritiek; deze wordt beheerst door een handjevol schrijvers, wier evangelie luidt: kietel ik jou, dan kietel jij mij.
Op dit laatste gebied hebben we nog altijd het voorbeeld van Bernlef. Onze smaakmakers hebben hem eenparig omhoog getrompetterd en bij mijn weten is Maarten 't Hart de enige auteur geweest die de moed heeft gehad hem te betitelen als wat hij werkelijk is: een laagvlieger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten