vrijdag 26 februari 2016

Zeldzame grap van Proust

De mensheid valt uiteen in twee klassen: zij die men voor Marcel Proust altijd wakker mag maken, en zij die de man niet kunnen pruimen. (Ik behoor tot de eerste, maar dat terzijde).

Hij hoefde maar in een gebakje te bijten en hij kon, zoals in zijn romanserie 'A la recherche du temps perdu', dit unieke monument van de Franse bellettrie, bladzijden lang doorpeuteren over een vorige gebeurtenis van dien aard, over wat er toen in hem omging, over het wel en wee van andere mensen die er nauwer of wijder bij betrokken waren enzovoorts.
Hoewel hij uit een gezin in bonis kwam, had hij het in het Frankrijk van die tijd (hij leefde van 1871 t0t 1922) niet germakkelijk, want hij was jood en homoseksueel. Bovendien leed hij als kind reeds aan astma en met het vorderen der jaren degenereerde hij tot een zenuwpees uit de eredivisie. (Hij liet bijvoorbeeld zijn werkkamer van binnen gans met kurk bekleden om geluiden van buiten de pas af te snijden).
Niet verwonderlijk dus dat je in zijn boeken niet de nek breekt over geestigheden. Maar ze zijn er wel degelijk.
Enkele voorname dames hadden een tekenleraar die aan een vriendinnetje de daad had gesteld, wat een dochtertje had opgeleverd. De dames hadden natuurlijk discretie hoog in hun vaandel staan en onthielden zich tijdens de tekenlessen van elke toespeling op de onregelmatige situatie. De moeder kwam spoedig te overlijden. Toen enkele jaren bleek dat ook papa het niet lang meer zou maken, trokken de dames zich het lot van het kind aan en kochten een lijfrente voor haar. Daarvoor kwam het meisje nederig bedanken. Waarbij bleek dat zij niet moeders mooiste was. Doch om lief te zijn, prees een van de dames het mooie haar van het kindje. En een andere madame, die vond dat discretie nu niet langer geboden was, merkte tegen de vader op dat zijn dochtertje die fraaie  haardos wel aan haar moeder te danken zou hebben. Waarop hij antwoordde: 'Ik zou het niet weten. Ik heb haar alleen maar gekend met een hoed op.'

Geen opmerkingen: