Het ligt voor de hand dat menige schone tijdens deze tropendagen zich luchtig tot zeer luchtig onder het voetvolk wil mengen. Maar het nare stemmetje laat zich niet smoren: kan ik het me wel permitteren? Er wordt dus gemeten en de gulden standaard geraadpleegd: het been, van lies tot voet, dient vier maal de grootte van het hoofd, van kruin tot en met kin, te tellen; de omtrek van de dij, vanaf de aanzet, iets meer dan 2/3 van de taille; de kuit gelijk aan de hals; de omtrek van de enkel lichtelijk meer dan de helft van de hals of een tikkeltje minder dan de lengte van de vuist.
Maar wat, indien de dij nogal mollig blijkt en de kuit gespierd? Dan richt u zich natuurlijk tot mij met de volgende vraag: 'Heer Henk, gij die zo lange tijd op de harde weg waart, gij die internationale faam als kenner van de vrouwelijke anatomie genietet, gij die zo menig flink in het vlees zittende Eva verkwiktet, wat raadt gij mij aan?'
En dan luidt mijn antwoord als volgt: 'Gaat na of uw centimeter het loodje van het ijkwezen draagt. 100 tegen 1 is dat niet het geval. Het is dus een instrument van lik mijn vestje en de meting is derhalve onbetrouwbaar. Ergo: gij moogt er wezen. Uit dus die handel, uit dat korset, uit dat kamizool, de paden op, de lanen in!
maandag 28 juni 2010
Uit die step-ins en borstrokken!
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 17:08:00
Labels: Scènes de la vie quotidienne
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten