donderdag 22 juli 2010

Verslingerd aan Powys (4)


Hier een typisch brokje proza van Powys, uit de roman Wolf Solent. Achtergrond: de oude boekhandelaar Malakite is zojuist gestorven en zijn dochter Christie werpt zich voorover op de sofa, de met rozen geborduurde bekleding met tranen besproeiend.

How could there be so much salt water in one tiny skull?
The tears of women! How from the beginning of time they had washed away every kind of evil thing, every kind of deviltry! Down the centuries had flowed those tears, clearing our race's conscience from poisons, washing clean the mind of man from the torture of rational logic, washing it clean from the torture of memory, recreating it, fresh, careless, free, like a child new-sprung from the womb! But how could such a wide, dark, wet stain upon those pink roses have come from so small a skull!

Tijdens het lezen had ik deze passage al geselecteerd voor een logboekje, omdat zij, vond ik, wel eens een bewijs zou kunnen vormen voor de stelling dat Powys een teken van tegenspraak is: hemelhoog bejubeld of de grond in getrapt. Van mijn oude leraar Grieks, pater Anacletus ter Huurne, heb ik opgestoken dat je voorwoorden altijd het laatst moet lezen. En zie, in dat tot Wolf Solent behandelt A.N. Wilson uitgerekend dit tekstje. Hij kan zich voorstellen dat dit soort proza niet iedere lezer zal aanspreken: The passage just quoted will strike some as overwritten; and many contemperary readers will consider its attitude to be incompatible with an enlightened view of the equality of the sexes. In particular the identification of the 'female' with the irrational will be deemed offensive.

Wilson is overigens niet van mening dat het Britse middelbaar en hoger onderwijs Powys hierom negeren. Dat doen zij ook niet ten aanzien van D.H. Lawrence, Ezra Pound en W.B. Yeats.

(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen: