vrijdag 23 juli 2010

Verslingerd aan Powys (5)

Bij vorige gelegenheden heb ik al als mijn mening verkondigd dat een auteur die een hartige portie erotiek wil opdienen, spaarzaam met ingrediënten moet omspringen. Veel hedendaagse Nederlandstalige schrijvers (en schrijfsters!) blijken er gans anders over te denken. Met catastrofale gevolgen. De zo gedetailleerde seksscènes bij Hemmerechts, Palmen, Rood, Van Royen, Mulisch, Claus e tutti quanti bereiken het tegendeel van wat ze beogen, ze zijn ronduit lachwekkend, potsierlijk, clownesk.

Nee, dan John Cowper Powys! Iris Murdoch, een der grandes dames van de Engelse literatuur, placht te zeggen dat naar haar smaak niemand beter over seks kon schrijven dan Powys en A.N. Wilson is het in zijn voorwoord tot Wolf Solent daarmee eens: 'In één scène uit dit boek zitten Christie Malakite en Wolf handje in handje in een tarweveld. Het is pikdonker. Er gaan geen kleren uit, er is geen geslachtsverkeer, maar de scène, een zoals alleen Powys had kunnen schrijven, is heviger geladen met erotische gevoelens dan talrijke bladzijden "expliciete seks".'

De passage is te lang dan dat ik er een overtuigend gedeelte van kan aanhalen. Als compensatie een paar andere alinea's die kenmerkend zijn voor het proza van Powys.

'What a world it is in itself,' he muttered, 'any little overgrown path!'
The curious satisfaction which this secluded cart-track gave him caused him to stand still in the midddle of the path. The hedges sheltered him from the wind. The spirit of the earth called out to him from the green shoots beneath his feet. Faint bird-notes kep sounding from unseen places. The cold sky prevented them from completing their songs; but the stoicism of life in those feathered hearts refused to be silenced.
His consciousness, as he stood there, seemed to stretch out to all the reborn life in the whole countryside. 'Good is stronger than Evil,' he thought, if you take it on its simplest terms and set yourself to forget the horror! It's mad to refuse to be happy because there's a poison in the world that bites into every nerve. After all, it's short enough! I know very well that Chance could set me screaming like a wounded baboon -- every jet of philosophy gone! Well, until that happens, I must endure what I have to endure.'

(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen: