Night and Day van Virginia Woolf dus. De moeder van hoofdpersoon Katherine Hilbery is een enigszins wereldvreemde vrouw, van dat genre dat met het hoofd in de wolken wandelt. Zij schrijft aan een geschiedkundig werk over haar voorname familie, maar er zit niet veel schot in. Telkens namelijk wanneer zij een vergeelde brief of een fotoalbum raadpleegt, dwalen haar gedachten af naar een of andere excentriekeling en verliest zij zich in lange alleenspraken over vroeger.
'En dat is Queenie Colquhoun,' ging zij verder, de bladzijden omslaand, 'die op haar reis naar Jamaica haar doodskist meenam, vol met sjaals en mutsjes, omdat je in Jamaica geen doodskisten kon krijgen, en zij was vreselijk bang dat zij daar zou sterven (wat haar ook overkwam) en dat zij zou worden opgegeten door de witte mieren... En daar heb je Miriam, in de jas van haar koetsier met al die capejes, en ze droeg er grote jachtlaarzen onder. Jullie, jonge mensen, mogen je wars van conventies noemen, maar jullie zijn niets vergeleken met haar.'
Zij draaide weer een pagina om en belandde bij het portret van een zeer masculiene, knappe lady, wier hoofd door de fotograaf was versierd met een keizerskroon.
'Ha, daar ben je, stuk ongeluk!' riep Mrs Hilbery uit, 'wat een lelijke ouwe despoot was je destijds! Hoe gingen wij allemaal voor je door de knieën! "Maggie," placht zij te zeggen, "als ik er niet was geweest, waar had jij dan gestaan?" En dat klopte; zij heeft hen met elkaar verenigd. Zij zei tegen mijn vader: "Trouw met haar," en dat deed hij; en zij zei tegen de arme kleine Clara: "Val op je knieën en aanbid hem," en dat deed zij; maar zij stond daarna weer op natuurlijk. Wat kon men anders verwachten? Clara was nog maar een kind -- achttien -- en bovendien half dood van angst. Maar die ouwe tiran heeft nooit berouw getoond. Zij zei altijd dat zij hun drie maanden van volmaakt geluk had bezorgd en dat niemand recht had op meer; en soms denk ik, Katherine, dat het waar is, weet je. Het is meer dan de meesten van ons krijgen, wij moeten alleen doen alsof en dat was iets waartoe geen van hen ooit in staat is geweest.'
(wordt vervolgd)
vrijdag 22 oktober 2010
Hoe blauwer bloed, hoe gekker gemoed (2)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 06:22:00
Labels: bellettrie, Woolf
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten