I
Vrouwlief: De verstuiking van mijn rechtervoet begint me nu echt de keel uit te hangen. Anatomisch gesproken, danig mal natuurlijk, maar het is werkelijk zo. Fietsen gaat goed, maar lopen is na een paar honderd meter een crime.
Ik: Geduld, geduld! Je weet wat de dokter gezegd heeft: er is niks gebroken, er is niks gescheurd, zoiets moet nu eenmaal zijn tijd hebben en voor mensen van onze jaargangen veel tijd.
Vrouwlief: Ik denk wel eens: als ik nu eens een stok had, zo eentje met een vlakke kruk waar ik mijn hand goed omheen kon leggen; dan had ik steun, dan was ik voor een deel uit de zorgen. Waar zou ik zo'n apparaat kunnen krijgen?
Ik: Probeer het eens in de zelfzorgwinkel. Per slot van zake zijn we niet voor niks lid van de Vitras.
Vrouwlief: Nee, dank je wel, zeg! Daar hebben ze van die lompe, uitschuifbare gevallen van aluminium. Daar ga ik niet mee de hort op. Ik ga er niet bijlopen als een oorlogsinvalide uit Uruzgan.
II
Tegelijk met mij verlaat een dametje de supermarkt. We kijken elkaar aan. Ze moet wel een lente of 85 tellen. Drommels, wat is ze mooi! Van die aparte schoonheid die het voorrecht -- en het geheim! -- van die leeftijd is. De vreugden uit haar bestaan zijn op haar gelaat gekristalliseerd tot een teder licht en het leed gesublimeerd tot een glans van berusting. En kijk, ze leunt uitgerekend op zo'n stok als vrouwlief wil hebben. Met een touwtje door een gaatje in de kruk tegen het vallen.
Ik: Mevrouw, mag ik u wat vragen? Mijn echtgenote zoekt precies zo'n stok. Waar heeft u de uwe op de kop weten te tikken?
Zij: Ik heb hem geërfd van mijn moeder zaliger. En die had hem weer van haar moeder. En mijn oma had hem van een zuster, die er jaren mee heeft gelopen. Ik kan u dus niet helpen. Met een variant op Marsman: 'U bent eeuwen en eeuwen te laat geboren.' De schat! Nog goed belezen ook.
III
Bij thuiskomst rapporteer ik: ik zag toevallig een ouwetje met precies zo'n stok als waarop jij je zinnen hebt gezet.
Vrouwlief: Je hebt toch zeker gevraagd waar zij hem vandaan had?
zaterdag 22 januari 2011
Verhaal (kort, toch drie hoofdstukken)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 11:08:00 7 reacties
Labels: Scènes de la vie quotidienne
zaterdag 15 januari 2011
Het leerboek en het leesboek (2)
Van Maxence Van der Meersch (1907-1951; ondanks zijn Vlaamse naam een Franse schrijver), meer precies van zijn in 1933 verschenen roman Quand les sirènes se taisent, heb ik geleerd hoe afschuwelijk tijdens het hoogtij van het liberalisme in het industriële noorden van zijn land het lot was van de zakenman die op de fles ging. Van de ene dag op de andere waren hij en zijn gezin uitgestotenen; collega's, vrienden, buren, familieleden, ja, schoolkinderen meden hen voortaan als de pest. Menig gefailleerde onderwierp zich aan de ongeschreven erecode van zijn milieu: hij nam de boottrein naar Engeland en joeg zich in een hotelkamer een kogel door de kop, met achterlating van een afscheidsbrief aan vrouw en kinderen, een excuus aan zijn schuldeisers en een fooi voor het kamermeisje dat het lijk ontdekte en het bloed moest opruimen.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog stuurden de Duitse bevelhebbers (hun Franse en Engelse tegenstrevers waren geen haar beter) in hun volledige verblinding nutteloos het ene bataillon na het andere het moordend lood in. Dit heeft voor mij een bijzonder schrijnende betekenis gekegen, toen ik ergens las (ergens: naam van de auteur en titel van zijn roman vergeten, foei!) hoe een veldmaarschalk dit becommentarieerde: Der Mensch fängt erst beim Leutnant an.
Benjamin Disraeli kennen wij alleen als politicus, maar hij was ook een vruchtbaar en zeker in zijn tijd (1804-1881) hoog gewaardeerd schrijver. Hij was het die de beruchte kenschets van Engeland als The Two Nations heeft gemunt (het is de ondertitel van zijn roman Sybil uit 1845). Hij wilde zeggen: in Engeland heeft één klasse alles en de andere weinig of niets, de ene maakt in alles de dienst uit, de andere heeft zich maar te onderwerpen, de ene is vrijwel alles geoorloofd, de andere wacht voor het minste of geringste de nor, om niet te zeggen: de strop.
Men vindt een en ander zeer boeiend uitgewerkt in de vele romans van George Gissing (1857-1903; weer zo'n auteur die nog in veel te geringe mate is herontdekt.) Van hem lees ik momenteel Born in exile uit 1892. De hoofdpersoon, Godwin Peak, is van lage komaf, maar intelligent en eerzuchtig; hij vindt dan ook dat alleen een wasechte lady als echtgenote voor hem in aanmerking komt. Sportje voor sportje klimt hij op de maatschappelijke ladder. Doch voortdurend moet hij figuurlijk op zijn tenen lopen, in zijn omgang met de rijke bourgeois knijpt hij hem als een oude dief dat hij door een accent of een ongepast woord als plebejer door de mand zal vallen, zodat zijn in harde jaren moeizaam verwezenlijkte opwaartse mobiliteit eindigt met een déconfiture.
Op zekere dag ontmoet Peak twee jongedames uit de betere kringen. Tussen maartse buien door hebben zij een lange wandeling gemaakt door bos en beemd, hun ogen schitteren, hun konen gloeien, zij voelen zich tintelfris en zo gezond als vissen. Zoiets, mijmert Peak (zich natuurlijk wel wachtend het te zeggen), is niet weggelegd voor de meisjes van het mindere volk; die zijn daarvoor te sleets gekleed en te schaars gevoed.
Kijk, voor dergelijke aangrijpende details moet je niet het leerboek maar het leesboek hebben.
(wordt vervolgd)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 21:10:00 0 reacties
Labels: bellettrie, Disraeli, Gissing, romans, Van der Meersch
donderdag 13 januari 2011
Het leerboek en het leesboek (1)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 10:46:00 0 reacties
Labels: Beets, bellettrie, Bosboom-Toussaint, Mulisch, Palmen, romans, Trollope, Van Limburg Brouwer, Vestdijk, Walser
woensdag 12 januari 2011
Zedenkwetsende zomer
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 07:33:00 4 reacties
Labels: badkleding, Marechaussee, Scènes de la vie quotidienne, strandleven, zomer
maandag 10 januari 2011
Over Ivy
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 06:10:00 1 reacties
Labels: bellettrie, Compton-Burnett, romans
zaterdag 1 januari 2011
Vuurwerk op de keper beschouwd
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 07:34:00 8 reacties
Labels: Scènes de la vie quotidienne, vuurwerk