zondag 29 mei 2011

Met RAF-pet en kepi




Ik keuvel nog even gezellig door over mijn herhalingsoefeningen bij de Mobiele Colonnes.


Het was natuurlijk heel verstandig van onze volksvertegenwoordigers deze eenheden ter bestrijding van grote rampen in het leven te roepen. Minder verstandig was dat zij te weinig verstand van zaken hadden. Er bleek namelijk domweg te weinig kader voorhanden. Met het beroepskader zat het althans kwantitatief nog wel snor. Maar zoals altijd bij alle strijdkrachten in alle landen gebeurt: de commandanten die officieren moesten afstaan, zagen de kans schoon om brekebenen, kneusjes en hufters te lozen.


Het reservekader -- dat was een ander paar mouwen. Op het departement van Defensie zagen ambtenaren zich gedwongen in oude tot zeer oude kaartenbakken te graaien, met onthutsende gevolgen. Zo werd tegelijk met mij een hartspecialist van een jaar of 55 opgeroepen. Omdat wij geen parate 'hap' maar een onderdeel in opleiding waren, mochten wij om 18.00 uur naar huis en de arts, die in zijn ziekenhuis moeilijk gemist kon worden, profiteerde hiervan om daar avonddiensten te gaan draaien. Hij was de volgende ochtend doodmoe en viel dan ook prompt in slaap. Hij miste trouwens niet veel. Wat had hij aan lessen als: 'Wanneer is iemand dood?' 'Iemand is dood, indien: a. het hoofd van de romp is gescheiden; b. het klaarblijkelijk is.'


Een andere onmisbare, een veertiger, was een cargadoor, 's lands grootste specialist in het verschepen van maanzaad, een verraderlijk goedje voor vrachtvaarders; hij bracht de herhalingsoefeningen door vanuit de kazerne zijn bedrijf telefonisch te dirigeren.


Ik herinner me een andere veertiger, ene Van Keulen, indien ik het wel heb, die in mei 1940, toen Duitsland ons aanviel, in Australiƫ vertoefde. Hij achtte het een dure plicht het vaderland te gaan verdedigen, bereikte met veel moeite Engeland en nam daar dienst bij de Royal Air Force.


En daar was dan de alleraardigste Zierfuss, een droogkloot zoals je zelden tegenkomt. Hij lag in mei '40 als vaandrig in de Peel-Raam-Stelling, kreeg bevel met zijn peloton terug te vallen op het dorp Asten, onder de rook van Helmond, alwaar de Duitsers hem stonden op te wachten om hem te ontwapenen en krijgsgevangen te maken.


Wij moesten opkomen, in kamp Crailo te Laren, in uniform. Voor de jongeren onder ons vormde dat geen probleem, met dien verstande dat de een, zoals ik, zich in het blauw meldde, en mijn maat Henk Geurts, reserve-kornet van de Luchtafweer, regiment Kornwerderzand, in het khaki. De ouderen zorgden voor een in militaire kringen uniek tafereel: Van Keulen verscheen in burger met slechts een platte pet van de RAF en Zierfuss eveneens in burgerkloffie en een kepi met oranje kokarde.


Foto: Met deze motorspuiten was onze brandweercolonne uitgerust.

Geen opmerkingen: