donderdag 7 juli 2011

Virginia Woolf: zij kon het


De monologue intérieur is een verteltechniek die aan het einde van de 19e eeuw in Frankrijk is ontstaan, maar merkwaardigerwijze vooral in de Engelse romankunst opgeld heeft gedaan (James Joyce met zijn Ulysses!); bekender is dan ook de term stream of consciousness geworden.

Hij behelst een op het eerste gezicht min of meer onsamenhangende vloed waarin gedachten, gevoelens en stemmingen van een of meer personen worden beschreven. Een ander kenmerk is dat er weinig of niets belangrijks gebeurt of dat belangwekkende feiten als het ware langs de neus weg worden aangeduid.

Ik heb de monologue intérieur altijd een tweesnijdend zwaard gevonden: auteurs die hem beheersen, brengen iets boeiends of zelfs geniaals tot stand, bij de anderen begint de lezer aan zijn verstandelijke vermogens te twijfelen of verveelt zich zo hevig dat hij lust gevoelt naar de fles te grijpen.

Iemand die het onder de knie had, was Virginia Woolf (1882-1941). Het bekendste voorbeeld is wel haar roman Mrs Dalloway uit 1925. Daaraan heb ik al eens een blogje gewijd. De afgelopen dagen heb ik, met aanzienlijk plezier, het twee jaar later verschenen To the Lighthouse gelezen.

Hier een voorbeeld van haar kunnen:

... but for all that she thought, watching it with fascination, hypnotised, as if it were stroking with its silver fingers some sealed vessel in her brain whose bursting would flood her with delight, she had known happiness, exquisite happiness, intense happiness, and it silvered the rough waves a little more brightly, as daylight faded, and the blue went out of the sea and it rolled in waves of pure lemon which curved and swelled and broke upon the beach and the ecstasy burst in her eyes and waves of pure delight raced over the floor of her mind and she felt, It is enough! It is enough!

Geen opmerkingen: