Ad Valvas, het weekblad van de Vrije Universiteit, hijst de stormbal, zo lees ik in mijn lijfblad Trouw. Wat is er aan de bal, ik bedoel: de knikker?
Vroeger moesten aankomende psychologen de werken van de grote meesters op hun gebied in de oorspronkelijke talen -- niet alleen Engels, ook Frans en Duits -- kunnen lezen. Tegenwoordig kan bijna geen enkele student in de geesteswetenschappen nog met de talen van Racine en Goethe uit de voeten. Al zestig procent van de mastercolleges wordt in het Engels gegeven.
Ad Valvas is daar niet gelukkig mee, te minder omdat de Engelse woordenschat van de doorsnee Nederlandse wetenschapper slechts een zesde van zijn vocabulaire in zijn moedertaal bedraagt; en met deze laatste is het bij menig student toch al povertjes gesteld.
Er gaat geen dag voorbij of op radio en televisie trekken slachtoffers van de Engelse ziekte voorbij. Zojuist was een Nederlandse verslaggever zo vriendelijk voor ons dommeriken de mening van een Libische vrijheidsstrijder te vertalen: society betekende volgens onze man ter plekke 'staat'; terwijl iedere leerlinge van de moedermavo weet dat staat en samenleving totaal verschillende begrippen zijn. Een andere Nederlandse correspondent meende dat Libische opstandelingen, die zeiden veel last te hebben van snipers, gewaagden van scherpschutters; maar dat zijn sluipschutters.