Sylvia Townsend Warner (6 december 1893 -1 mei 1978) was musicologe van opleiding. Met drie collega's heeft zij tien jonge jaren besteed aan het opsporen, catalogiseren en persklaar maken van Britse muziek uit de 15e en 16e eeuw. Het resultaat is verschenen in het monumentale, tiendelige 'Tudor Church Music'. Als zij alleen voor dat standaardwerk, gepubliceerd door de Oxford University Press, had getekend, had zij zich voor de cultuur onsterflijke verdiensten verworven.
Maar zij had meer in haar mars. Zij beschikte ook over een uitstekende pen. In 1925 zag haar eerste gedichtenbundel het licht en vanaf het jaar daarop verraste zij met enkele romans. Aan weerszijden van de grote haringvijver verwierf zij zich aanzienlijke faam dankzij haar korte verhalen in het prestigieuze tijdschrift 'The New Yorker', een activiteit die zij vier decennia zou voortzetten.
In 1930 ontmoette zij de dichteres Valentine Ackland. De twee begonnen een verhouding, die zou duren tot de dood van de laatste, 39 jaar lang. Het was een stormachtige affaire, want Ackland was aan de drank en nam het niet bijster nauw met de liefdestrouw. Onder invloed van haar geliefde trok Townsend Warner te velde tegen het fascisme; zij werd actief in de communistische partij van het Verenigd Koninkrijk en zette zich in Spanje tijdens de burgeroorlog in voor het Rode Kruis.
Ik heb verschillende bibliografieën nageplozen en meen begrepen te hebben dat zij liefst 11 bundels korte verhalen heeft nagelaten. Ik ben zo gelukkig geweest in de boekenhoek van onze kringloopwinkel haar 'Selected Stories', in 1990 uitgebracht door de Virago Press in de reeks 'Modern Classics', te bemachtigen. Wat een verrukkelijke lectuur! In het voorwoord en op de achterflap wordt de schrijfster onder meer geroemd om haar 'formidabele fantasie', haar aparte stijl en haar veelzijdigheid. Dat vind ik geen woord teveel gezegd. In de volgende aflevering hoop ik enkele proeven van haar talent te laten zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten