woensdag 2 januari 2013

HENK REDIVIVUS

De zedenverwildering slaat tegenwoordig hoge golven. Daar kan ik over meepraten. Stel je voor dat mijn broer Wim zich heeft verstout mij op mijn vestje te spugen. Hoewel hij twaalf jaar jonger is. Hij had net de moederschoot verlaten, toen ik al het Latijnse woord ‘mensa’ leerde verbuigen (en 'amare' leerde vervoegen.) Op nogal korzelige toon heeft hij mij gevraagd waarom ik al sinds eind augustus niets meer aan mijn blog doe. Hij heeft dat goed gezien. Maar dat is mijn punt niet. Enfin, ik was dit varkentje wel ‘en famille’.

De zaak is dat ik in september ben besprongen door een bacterie, die mij het leven lelijk zuur heeft gemaakt. Moest een maand het bed houden. Hoge koorts (40.4).Vijf nachten nauwelijks een oog dicht gedaan. Waarvan ik zo daabs was dat ik in de badkamer met mijn volle rechterkant op de harde tegeltjes kwakte. Ik mag van geluk spreken dat ik niets brak. Ik zat wel vol bloeduitstortingen, zodat ik een week mijn bed nauwelijks in- en uit kon.

Van de antibiotica werd ik nog zieker dan ik al was. Gestopt na drie dagen. Kuur met ander spul. Dat verdroeg ik wel, zij het dat ik er drie maanden zo slap van ben geweest als een vaatdoek. Het scheen ook tegen de infectie te helpen. Scheen -- want vorige maand toonden twee controles aan dat de bacterie een bijzonder taaie rakker was; in mijn systeem werd althans nog een restje aangetroffen. Zojuist heb ik antibioticakuur nummer 3 achter de rug. Aanstaande maandag krijg ik van mijn lijfarts te horen of ik nu helemaal ‘schoon’ ben.

Zoveel is zeker dat ik niet opnieuw aan het antibiotische vergif ga. Ik heb het gevoel dat ik er vol mee zit tot aan mijn strot. En je moet ergens aan dood gaan. Ik voel me trouwens prima.

Dus slaat deze jongen weer aan het bloggen. Om het met onze geliefde vorstin te zeggen: ‘Aan allen dit dit lezen saluut!’

Geen opmerkingen: