vrijdag 24 december 2010

Zalig Kerstmis!


Vrede op aarde aan de mensen van goede wil
(Roger Campin, 1378-1444)

maandag 20 december 2010

Over Gregor von Rezzori (2 en slot)



Gregor von Rezzori kwam begin jaren '50 glorierijk in het licht van de schijnwerpers te staan, toen hij over de Duitse radio Maghrebinische Geschichten voorlas. Het waren vertellinkjes uit Maghrebinië, een denkbeeldig land, waarvoor zijn geboortestreek Boekovina model stond. Het boek, dat uitkwam in 1953, werd een daverend succes.
Rezzori is een virtuoos. Hij schrijft in de traditie van de grote Duitstalige prozaïsten: soepel, vloeiend, welluidend, elegant. Soms is zijn taal zelfs voor mijn ouderwetse smaak een tikkeltje te barok. Maar dat lees ik nog altijd liever dan Heleen van Royen met haar 'Ik veegde mijn k** af en trok mijn broek op.'
De titel Ein Hermelin in Tschernopol slaat op het oude Oosteuropese volksgeloof dat een hermelijn zich ten dode laat verpieteren, indien zijn vacht bezwaddderd is geraakt. Rezzori past dit toe op een majoor der huzaren, die zijn eer verdedigt, tot hij er letterlijk bij neervalt. De spanningsboog is lang niet altijd gespannen of, als ik het niet zo vriendelijk wil uitdrukken: hij is nogal slap, ja, is soms enkele hoofdstukken afwezig. Dat komt, doordat Ein Hermelin in Tschernopol sterk episodisch en anecdotisch is. Het is dus eigenlijk geen goede roman. Maar het is een kostelijk boek.
Toen Gregor von Rezzori overleed, in 1998, schreef een krant dat een chroniqueur van het verdwenen Europa was heengegaan. Een juiste formulering.

dinsdag 14 december 2010

Over Gregor von Rezzori (1)

Dat was ook toevallig: toen begin deze maand mijn lijfblad de roman Bloemen in de sneeuw van Gregor von Rezzori als geschikt geschenk voor de feestdagen aanprees, was ik van dezelfde auteur Ein Hermelin in Tschernopol aan het lezen. (Werd tijd, want blijkens een aantekening op het schutblad had ik het boek al op 17 juli 1972 in Helmond gekocht.)

Rezzori (eigenlijk: Gregor Arnulph Hilarius d'Arezzo) is een van die schrijvers die een tijdlang schier mateloos populair zijn, dan om onduidelijke redenen in quasi-complete vergetelheid verzinken en vervolgens een eveneens raadselachtige renaissance beleven. Ik heb niet in alle hoeken en gaten gespeurd, maar ik denk te weten dat van hem drie boeken in het Nederlands zijn c.q. worden vertaald: behalve Bloemen in de sneeuw in 2010 (het origineel is verschenen in 1989), Memoires van een antisemiet in 2008 (uitgekomen in 1979) en het voor aanstaande februari aangekondigde Een hermelijn in Tsjernopol, dat uit 1958 stamt.

Rezzori is in 1914 geboren te Czernowitz in de Boekovina, destijds een uithoek van de Donau-monarchie, na de Eerste Wereldoorlog opgedeeld tussen het koninkrijk Roemenië en de Oekraïene. Deze landstreek met haar wouden en Karpathenbergen was een ware smeltkroes van volken en talen: er woonden Duitsers, Oostenrijkers, Roethenen, Roemenen, Armeniërs, Hoetsoelen en Lipovanen en -- de grootste gemeenschap -- joden. Rezzori had Duits als moedertaal, maar sprak ook Roemeens, Pools, Italiaans, Oekraïens, Frans, Engels en jiddisch. Hij was achtereenvolgens Oostenrijker, Roemeen (als zodanig vervulde hij zijn militaire dienstplicht), sovjet-burger, statenloze en wederom Oostenrijker. Hij volgde een opleiding tot mimespeler en studeerde architectuur, medicijnen en kunstgeschiedenis. Zonder dertien ongelukken over zich af te roepen had hij twaalf ambachten, onder meer: romancier, journalist, scenarioschrijver, hoorspelauteur, acteur, memorialist en kunstcriticus. Zijn hobby bestond uit het verzamelen van beeldende kunst.

donderdag 9 december 2010

Over Thomas Hardy (4 en slot)


Thomas Hardy was architect van beroep. Een knappe, naar het schijnt, want hij is verschillende keren bekroond. In zijn jonge jaren ging hij trouw naar de kerk, hij zong en speelde viool bij godsdienstige plechtigheden, las nijver de Heilige Schrift en boeken daaromheen en zijn omgeving verwachtte dan ook dat hij anglicaans priester zou worden.

Tijdens zijn verblijf in Londen echter, van 1862 tot 1867 (hij was in 1840 geboren in een dorpje nabij Dorchester in het zuidwesten van Engeland), viel hij door de wetenschappelijke ontdekkingen van die tijd van zijn geloof; voortaan beschouwde hij zich als agnost.

Maar ook in zijn geval gold: wat erin zit, krabt de kat er niet uit. Ik heb nimmer een romancier gelezen die zo kwistig uit de gewijde boeken aanhaalt als de afvallige Thomas Hardy. In A Laodicean slaan een jonge bouwkundige en een geestelijke elkaar over de kinderdoop zelfs minutenlang om de oren met citaten uit de Bijbel en de kerkvaders. Pikante bijzonderheid: de titel van deze roman valt niet eens te begrijpen zonder kennis van de Heilige Schrift: Laodiceanen waren inwoners van de christelijke gemeente Loadecia in Klein-Azië en het laatste boek van het Nieuwe Testament, de Apokalyps of Openbaring van Johannes, verwijt hun lauwheid, aldus in hoofdstuk 3, verzen 14-15: En schrijf aan de engel van de kerk te Laodecia: ... 'Ik ken uw daden; gij zijt noch koud noch heet. Waart gij maar koud of heet!'

Dat Hardy zo mooi over de natuur kon schrijven, wortelt in eerste aanleg in zijn tot het uiterste gespannen, liefdevolle zintuigen. In Two on a Tower hoort hij duidelijk bomen wenen. In A Laodecian heet het: And in the winter winds these pines sigh like ten thousands spirits in trouble. Het begin van Under the Greenwood Tree, zijn tweede gepubliceerde roman (1872), slaat in dit opzicht alles: To dwellers in a wood almost every species of tree has its voice as well as its feature. At the passing of the breeze the fir-trees sob and moan no less distinctly than they rock; the holly whistles as it battles with itself; the ash hisses amid its quiverings; the beech rustles while its flat boughs rise and fall.

Groot, kleiner, kleinst; lang, korter, kortst


De immer lezenswaardige Wieneke blogde eergisteren over een 5 MB-computer anno 1956 met de omvang van een bunker en haar 8 GB-USB'tje ter grootte van een half lucifersdoosje.
Met lengte heb je ook zoiets. Thomas Hardy schreef in zijn uit 1881 daterende roman A Laodicean: Her dress... was short, allowing her feet to appear.
Begin vorige eeuw werden de terrasjes op de Piazza del Popolo in Rome bevolkt door belegen mannen van de wereld. Op dit plein stonden namelijk huurkoetsjes en wanneer een vrouw zo'n voertuig besteeg, veerden de Lebemänner fluks op, omdat dan een voetje en, met een dosis geluk, zelfs een enkel te bewonderen viel.
Tegenwoordig hebben we de reetveter.

dinsdag 7 december 2010

Over Thomas Hardy (3)

Thomas Hardy (1840-1928) is en wordt vaak afgeschilderd als een pessimistisch auteur. Daar kan ik het niet mee eens zijn. Nu zit op deze mening niemand te wachten. Interessanter is wat de man er zelf van vond.

Voor de integrale uitgave van zijn romans in 1912 onder de titel The Wessex Novels schreef hij een algemeen voorwoord en daarin gaat hij in zijn bekende kordate trant op de kwestie in. (Vooraf: idolum specus is een wijsgerig begrip met de betekenis: persoonlijke misvattingen of vooroordelen die door een individu worden toegeschreven aan een ander of aan een groep mensen.)
Dat deze indrukken zijn veroordeeld als 'pessimistisch' -- alsof dat een zeer zondig adjectief zou zijn -- wijst op een merkwaardige warhoofdigheid. Het moet toch duidelijk zijn dat er een hoger filosofisch kenmerk bestaat dan pessimisme, of meliorisme, of zelfs dan het optimisme van de critici in kwestie, namelijk dat van de waarheid. Het bestaan is ofwel op een bepaalde manier ingericht ofwel niet aldus ingericht en theorieën die het best overeenkomen met de ervaring, tarten elke vergelijking met andere theorieën, die er niet mee overeenkomen. Met andere woorden: beweren dat één bepaald gezichtspunt slechter is dan andere, zonder te bewijzen dat het fout is, houdt de mogelijkheid in dat een verkeerd gezichtspunt beter of passender is dan een juist gezichtspunt; en geen aan de praktijk ontleende adstructie kan dat idolum specus staande houden, want het gaat uit van voorkennis, die de mensheid niet is gegeven.

maandag 6 december 2010

Over Thomas Hardy (2)


Vroeger -- ik heb het over twintig jaar geleden -- kwam zoiets nog wel eens voor: een dochter die haar vader vraagt haar een Engelse roman voor haar eindexamen aan te raden.
Een dergelijk geluk werd mijn deel. Zonder aarzelen, ja, zonder nadenken trok ik The Trumpet-Major van Thomas Hardy uit een van mijn boekenkasten en zei: 'Pak dit. Je zult er plezier aan beleven, want het is een kostelijk verhaal en je zult er indruk mee maken, want ik durf te wedden dat geen enkele examinandus met deze roman komt aanzetten.'
Ik kreeg gelijk. Mijn dochter beleefde veel plezier aan de lectuur en haar leraar was hoogst aangenaam verrast, temeer omdat het een wasechte Brit, ene meneer Green, en toevallig een vurig bewonderaar van Hardy was. Dochterlief werd beloond met een 8.
Enkele gegevens: tegen de achtergrond van Napoleons veldtochten wordt een molenaarsdochter het hof gemaakt door drie jongemannen, onder wie een militair, trompetter van zijn regiment. 'Het is een luchthartig verhaal, maar Hardys karakteristieke ironie ontbreekt niet.' The Trumpet-Major verscheen tussen januari en december 1880 als feuilleton en kwam in oktober van dat jaar als boek uit.
Ook een aanrader. De tekst kan kosteloos -- en volkomen legaal -- van het internet worden geplukt: http://www.gutenberg.org/

zondag 5 december 2010

Over Thomas Hardy (1)

Mijn hoogleraar filosofie aan de Sorbonne heette Jean Brun. Hij was ook bruin: van haar, van ogen en van teint. Typisch een man uit het zuiden van Frankrijk. Hij sprak ook met een meer dan sappig accent uit de Midi, dat hem, naar mijn smaak althans, van stade kwam om ons op zeer levendige wijze vertrouwd te maken met de denkers vóór Socrates.

Zijn eerste college (in het eerbiedwaardige Amphithéâtre Michelet) begon hij met een aanmaning: wij moesten niet denken dat wij ons serieus met de wijsbegeerte bezig hielden, indien wij ons uitsluitend op de vakfilosofen richtten; hij verwachtte van ons dat wij de grote schrijvers en dichters van het Avondland lazen. Vervolgens liet hij twee gestencilde A4'tjes met enkele tientallen namen van auteurs en werken uitdelen. In de afdeling Engels had hij Thomas Hardy opgenomen. De naam zei mij toen niets. Gaandeweg heb ik ontdekt dat professor Brun er goed aan gedaan had en heb ik Hardy leren kennen als een der coryfeeën van de Engelstalige bellettrie.
Terzijde: de hoogleraar had misschien in het achterhoofd dat Hardy hogelijk werd bewonderd door een der verheven namen uit de Franse letterkunde: Marcel Proust. Deze heeft zich zelfs eens laten ontvallen dat hij graag Hardys A Pair of Blue Eyes had geschreven.
De afgelopen drie, vier decennia heb ik me regelmatig verdiept in het oeuvre van Hardy, onveranderlijk tot mijn aanzienlijk profijt en genoegen. Zojuist heb ik Two on a Tower uit 1882 gelezen. Om voor toekomstige lezeressen en lezers niet het plezier van de verrassende wendingen in de intrige te bederven, verklap ik niet meer dat het boek gaat over de ongelukkige liefde van een jonge astronoom en een iets oudere weduwe en dat de auteur het lot van twee individuen, deze twee kleine mensjes zeer knap projecteert tegen de onmetelijkheid van het heelal. Een aanrader.
PS: A Pair of Blue Eyes ken ik niet. Maar het ligt bovenop het stapeltje naast mijn bed en komt binnenkort aan de beurt.