donderdag 13 september 2007

Heb ik u lief, mijn Nee-hee-derland? (2)


Polder_2 Wij in onze polder zijn allemaal gelijk, vinden wij. Terecht. Dat wil zeggen: we zijn allemaal gelijk in juridische en wijsgerig-antropologische zin; gelijk voor God en voor de wet. Maar het lijkt erop dat dit leerstuk bij ons een groteske vorm heeft aangenomen. We zijn namelijk, anders dan in de praktijk wordt verondersteld, geenszins gelijk in aanleg en talenten. Dat lijkt voor velen onverteerbaar. Welke moeder, welke vader is niet jaloers op het sproetenkopje van de buren dat hyperintelligent heet te zijn? Poeh, het zal wat! Zij met die beugel en dat lullige brilletje? Ze heeft het achter de elleboog. Geen wonder met een kakmadam als moeder en een wijvendief als vader.

Enkele dagen geleden werd in Venlo een schooltje voor hoogbegaafde kinderen geopend. Zeker, er was enige bijval, doch de kritische stemmen klonken luid en duidelijk: hier was sprake van segregatie; hier werden mensen gekweekt die zich straks in onze samenleving zouden gedragen als vreemde eenden in de bijt; dit was ronduit elitair; enzovoort.

Wie een 9 haalt voor zijn tentamen Inleiding tot het Nederlands staatsrecht, is een nerd; is een uitslover; is een bruinwerker; is in laatste aanleg een aso, want als hij het kan, word ook
ik geacht het te kunnen en waarom moet ik me uit de naad werken voor een 8 of 9, als ik er met een zesje ook ben?

Vergelijk dit eens met Frankrijk. Dit is in wezen nog altijd een boerenland en het ontzag voor intellectuelen zit er diep geworteld. Men kent daar het systeem van de grandes écoles: bijvoorbeeld de Ecole nationale d'administration, de Ecole normale supérieure, de Ecole polytechnique. Je wordt hierop alleen toegelaten via een zeer selectief concours. Wil je dat halen, dan moet je, om met mijn oom Piet zaliger gedachtenis te spreken, een kop hebben als een wasketel. Wie in de politiek, de academische wereld, de strijdkrachten, het bedrijfsleven meer wil worden dan een rechte koeienstaart, moet liefst zo'n school hebben doorlopen.

Bijzonder intrigerend is het voorbeeld van de Polytechnique. Dit is een militaire academie. De leerlingen genieten het voorrecht op Quatorze juillet, de nationale feestdag, de grote parade te openen. Er zijn ook veel vrouwen bij; en aangezien Moeder Natuur voor compensatie pleeg te zorgen, vallen veel van deze dames op door martiale laarzen over kuiten als chiantiflessen, door knieën als pompzwengels en borsten als koplampen. En dan die strenge brillen! Maar slim, die mokkels! (Ik, hoewel senior die op de harde weg is geweest, zou voor zo'n vrouw onverschillig welke domheid begaan. Maar dat terzijde, natuurlijk). Gediplomeerden van deze school worden geacht een loopbaan onder de wapenen te volgen. Willen zij de militaire dienst verlaten, dan moeten zij een gepeperde afkoopsom betalen, maar menige onderneming voldoet deze graag, als zij maar een polytechnicien of polytechnicienne kan strikken.

(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen: