Wat ik zo pakkend vind aan Hotz' oeuvre is zijn volstrekt apart handschrift, zijn onmiskenbaar eigen geluid. Het lijkt, in de goede zin des woords, nergens op. Waar het hem precies in zit, vind ik niet gemakkelijk onder woorden te brengen. Je zou kunnen zeggen dat hij zijn publiek voortdurend op het verkeerde been zet, ware het niet dat dit een tot op de draad versleten uitdrukking is, bovendien van dubbelzinnige aard. De beste omschrijving van zijn stijl is misschien: aangenaam, creatief springerig; telkens weer verrast hij met een woord, een wending, een beeld dat je niet op de eerste, niet op de tweede en soms zelfs niet op de laatste plaats zou verwachten.
Hier een kenmerkende passage, eveneens uit De opdracht. Zij gaat over 'de spontane wandelpromenade op de Stationsweg, die toen nog volop tot de Leidse folklore behoorde'.
'Ik zag dan altijd wel klasgenoten die, met 'keurig' maar mismakend platgeplakte brillantineschedels, achter de meiden aanliepen die in rijen van drie of vier gearmd en ook op hun mooist, paradeerden met de élégance van de eveneens Leidse veetransporten. De meest scharminkelige meiden van de stad zag men op de Stationsweg: bleek als griesmeel, de ogen glasachtig met kleine stippen en de benen kort en krom. Door onervarenheid met hoge hakken liepen ze met doorgezakte knieën die elkaar bovendien steeds raakten. Die X-gang zag eruit of ze een sterke drang tot wateren hadden te bestrijden. Men wist niet recht of die beklagenswaardige wezens, die zo uit de lakenfabrieken van diep in de negentiende eeuw leken weggestroomd, wel echt leefden.'
Ja, een formidabel stilist, deze Hotz! Heel wat anders, naar mijn smaak, dan de zwaar overschatte, onuitstaanbare zeurpiet Biesheuvel (die bij de onderscheiding met de staatsprijs natuurlijk weer niet kon nalaten de pias uit te hangen).
Op het lichamelijke vlak heeft het Frits Hotz niet meegezeten. In zijn jonge jaren liep hij tuberculose op, waarvoor hij geruime tijd moest kuren. Hij was zeer sterk bijziend, in zijn laatste levensfase zo goed als blind. Hij is op 5 december 2000 overleden.
Foto: Frits Hotz hurkt helemaal links. Verder tegen de klok in: Simon Vinkenoog, Gerrit Kouwenaar en Remco Campert. De twee anderen kan ik niet thuisbrengen. (Is de voorlaatste misschien Jules Deelder? Of C.B. Vaandrager?) Wie helpt me?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten