Het seizoen van de Nobelprijzen draait weer op volle toeren. Overmorgen wordt de laureaat in de letterkunde geproclameerd. De prijs in deze categorie is in de loop der jaren veruit het meest omstreden. Grote kanonnen als Henrik Ibsen, Lev Tolstoj, Emile Zola, Graham Greene en Vladimir Nabokov hebben er naast gegrepen. Anderzijds zijn sommige bekroonden in een verdiende vergetelheid verzonken. Zelfs in Frankrijk weten nog maar weinigen wie Sully Prudhomme (winnaar van de eerste Nobelprijs, die van 1901) was, laat staan dat 's mans verzen nog gelezen worden. (Mijn hoogleraar filosofie aan de Sorbonne noemde hem 'le plus grand des petits poètes français'). In 1949 ging de prijs naar William Faulkner, die toch door niemand minder dan de briljante Evelyn Waugh als intolerably bad werd afgeschilderd. En wie zeggen de namen Wladislaw Reymont (Polen, prijs van 1924) en Frans Eemil Sillanpää (Finland, 1939) nog iets?
Nog nooit heeft een Nederlandstalige auteur de prestigieuze prijs in de wacht gesleept. Simon Vestdijk werd herhaaldelijk genoemd, maar heeft haar nooit gekregen. Niet geheel ten onrechte. De naam van Hugo Claus klinkt ook elk jaar, maar tot nu toe eveneens zonder succes. Ook niet geheel ten onrechte. Of Louis Couperus ooit een kans heeft gemaakt, is mij niet bekend, maar laureaat is hij nooit geworden. Geheel ten onrechte. Thans wordt voor de zoveelste keer Harry Mulisch als winnaar gedoodverfd. Je weet nooit hoe een koe een haas vangt. Afgelopen zaterdag schreef de dichter en invloedrijke criticus Rob Schouten in Trouw dat zijn collega Gerrit Kouwenaar bekroond diende te worden. Ouwe jongens krentenbrood.
Enfin, deze lange inleiding wegens de actualiteit en wegens het feit dat ik momenteel een roman van de Nobelprijswinnaar (1988) Nagieb Mahfoez lees. Het is Tussen twee paleizen, dat met Paleis van verlangen en De suikersteeg zijn Trilogie vormt. Het betreft de kroniek van een koopmansfamilie in Caïro in de jaren 1917-18, toen het verzet tegen de Britse overheersing groeiende was.
Mahfoez houdt een zeer traag tempo aan. Heerlijke kerel! Ook dwingt hij ons niet de ene schokkende gebeurtenis na de andere te verstouwen. Heerlijke vent! Oosterse bedachtzaamheid. 'Veertig eeuwen zien op u neer.' Een bijzondere bekoring wordt gevormd, althans voor mij, door de rijkelijk aanwezige couleur locale. Toch heb ik de pil (670 bladzijden) al vier keer gemelijk opzij gelegd, steeds omdat een van de hoofdfiguren, de even huichelachtige als despotische Ahmed Abd al-Gawwaad, een kwal van een pater familias, me enorm op de zenuwen werkte. Maar ik word telkens onweerstaanbaar teruggetrokken naar Tussen twee paleizen. Misschien ligt daar een kenmerk van de ware romankunst.
Ik ken geen Arabisch en ben dus niet bevoegd om te oordelen of vertaler Richard van Leeuwen zijn werk getrouw heeft gedaan. Maar ik denk op voorhand dat iemand die zo'n lijvig werk uit een zo moeilijke taal in zo soepel Nederlands overzet, de uitroep chapeau! verdient. Hij heeft bovendien gezorgd voor een bescheiden maar nuttig notenapparaat en een helder nawoord.
Nagieb Mahfoez (foto) is op 30 augustus vorig jaar bijna 95 jaar oud in zijn geboortestad Caïro overleden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten