maandag 29 oktober 2007

Ook de Batavische vrouw kloeg al over haar lot (1)

DrostOp 5 november 1834 overleed in zijn geboorteplaats Amsterdam aan de tering de theologiestudent en toekomstig dominee Aarnout Drost, eerst 24 jaar oud. Twee jaar voordien was zijn roman Hermingard van de Eikenterpen uitgekomen. Hoofdpersoon is de gelijknamige 'Batavische', edele en zedige maagd en gebiedster.

Wanneer zij is opgestaan van een lange ziekte, reikhalzend uitziend naar haar geliefde, de edele Siegbert, die op het slagveld doende is Romeinen de hersens in te slaan, en vooral naar de nobele grijsaard Caelestius, die haar in de schoot van het christendom komt opnemen, slaakt zij tot haar dienares, de edele Romeinse krijgsgevangene Marcella de volgende klacht:

'Maar thans, wat is het leven, wanneer gij akkerbouw en veeteelt uitzondert? -- Woeste afwisseling van krijg en visvangst, van weispel en teerlingworp, van onmatige gastmaalvreugde en bandelozen wijnnapstrijd? En nu het lot der vrouwen? -- den gemaal dienen, moeder worden, het weefgetouw en braadspit oppassen en -- sterven. Is dit onze bestemming, Marcella! zeg mij, is dit leven?'

Waarop de Romeinse: 'Niet uwe bestemming, niet uw leven! edele maagd,' antwoordde Marcella, de zielsgrootheid der jonkvrouw bewonderende, 'ook ik acht het een schoner en heerlijker levensdoel de ziel te beschaven en den kreits onzer kennis uit te breiden, dan gedachteloos aan de bedrijven des dagelijksen levens zijn geheel bestaan op te offeren.'

De oude Romeinen zeiden het al: Nil novi sub sole, niets nieuws onder de zon.

Geen opmerkingen: