zondag 29 april 2012
I-Kukule-Q
Hij kraait maar door en zo geeft hij mij een vrijbrief om op mijn punt te blijven hameren.
Het schijnt dat Diederik Samson een hoog IQ heeft. Proficiat! Maar hij bewijst weer eens dat je zeer intelligent kunt zijn en toch een onuitstaanbare kletsmajoor.
Gisteren was het weer raak. Samson kreeg de kans op de buis uitvoerig te vertellen waarom hij zijn handtekening niet onder het bezuinigingspakket had gezet. En daar klonk zijn mantra weer: de lasten werden niet eerlijk verdeeld. Uiteraard verzuimde de interviewer hem uit te dagen een paar alternatieven-met-handjes-en-voetjes te noemen. Maar Samson kwam zowaar zelf met iets op de proppen: het geld moest worden weggehaald bij de rijken. Nu is hij van beroep ingenieur en voor mijn part een briljante, doch van economie heeft hij geen kaas gegeten. Ik leerde reeds als eerstejaars studentje (en mijn professoren waren allesbehalve rechtse rakkers) dat het extra zwaar belasten van de rijken in een land als het onze hoofdzakelijk symboolwetgeving is; het levert veel te weinig op, om de eenvoudige reden dat wij weinig echt rijkaards hebben.
De interviewer ging nogmaals in de fout, doordat hij Samson niet wees op de stelling van econoom Sweder van Wijnsbergen in Trouw van die ochtend: de nadelige gevolgen van het bezuinigingspakket voor de lage inkomens vallen erg mee. (Wanneer zullen interviewers eens leren zich grondig voor te bereiden, vraagt deze life-long journalist zich af.)
En dan was er dit dialoogje, dat koddig zou zijn, als het niet zo stompzinnig was. De interviewer constateerde dat de PvdA nu in een rijtje met de PVV en de SP stond. Samson: ‘Ik laat me niet in een rijtje zetten.’ (Men gelieve te vergelijken: Jan heeft bij het Kleinpolderplein in een kolossale opstopping gezeten. Piet: ‘Jan, Ik hoorde van je vrouw dat je lelijk in de file zat.’ Jan: ‘Ik laat me niet in een file zetten.’)
Ik ben geen lid van de PvdA en stem niet op de PvdA. Maar ik gun deze partij het beste, want zij heeft onvergankelijke verdiensten voor onze samenleving gehad. Ik wens haar toe dat zij zichzelf een enorme dienst bewijst, door het holle vat Samson op de kortst mogelijke termijn te lozen.
zaterdag 28 april 2012
Pikant in de kantlijn
Het Kunduz-akkoord roept bij mij twee pikante kanttekeningen op. Geert Wilders en zijn PVV zijn volledig geïsoleerd. In de Tweede Kamer wordt hij niet meer aangepakt, als ware hij in één dikke etmaal van nationale vogelverschrikker tot quantité négligeable gedevalueerd, en zelfs De Telegraaf, zijn oude, vertrouwde spreekbuis, geeft hem nu onder uit de zak. Maar dit wil geenszins zeggen dat de bodem uit het rechtspopulisme is gevallen; het zou mij verbazen, als de PVV op 12 september niet een klinkend resultaat boekte.
En dan de PvdA. Om te beginnen: we moeten niet vergeten dat Rutte-1, met de PVV als gedoger, er is gekomen door het onhandig, ja, roekeloos opereren van de sociaal-democraten tijdens de kabinetsformatie. Er was met hen niet te praten, zij dachten: laat de informateur het maar over rechts proberen, dat wordt natuurlijk niks, dan moet hij met hangende pootjes bij ons aankloppen en dan zitten wij op rozen. Dat pakte dus volledig anders uit.
Dit keer was Diederik Samson niet te verwrikken. Jolande Sap en Sybrand van Haersma Buma zeggen zich uit de naad te hebben gepraat om hem mee te krijgen, maar hij zou zijn blijven tetteren dat hij tegen het bezuinigingspakket was, zonder duidelijk te maken wat hij aan concreets dan wel wilde. Hij beweert dat hij bewust in de kantlijn is gemanoeuvreerd, men zou hem zelfs de dossiers niet hebben gestuurd, volgens de anderen echter gaf hij de voorrang aan zijn verschijning in een tv-programma boven onderhandelingen met het CDA en GroenLinks.
Ik heb het al eerder geschreven: het is hoogst ongewenst dat een politieke partij zich laat verblinden door een praatvaar. Hans Wiegel kwam gisteren met de intrigerende opmerking dat Samson sneller praat dan denkt. Vóór de Kamer al leuzen mitraillerend met een spandoek tegen kernenergie wapperen, is één ding, in de Kamer optreden als een wijze volksvertegenwoordiger is iets anders. Ik zal de enige niet zijn die zich afvraagt of de PvdA met Samson wel de juiste man op de juiste plaats heeft gepoot.
Verder vrees ik dat onder de sociaal-democraten reeds wordt gedacht (en wellicht ook hardop gezegd): ‘Nog één zo’n mispeer, Diederik, en je kunt het schudden.’ Zeker nu Hans ‘Robespierre’ Spekman de lakens uitdeelt.
Foto: Samson, met pruik.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 09:36:00 0 reacties
Labels: CDA, GroenLinks, politiek, PvdA, PVV, Samson, Sap, Spekman, Van Haersma Buma, Wilders
vrijdag 27 april 2012
Holderdebolder, een wonder in de polder
Niet alleen in Lourdes, ook in ons kikkerlandje vallen wonderen te noteren. Luid schetterden gisteren de klaroenstoten: 'We zijn eruit!' Minister De Jager en vijf fractieleiders klaarden de klus waarvoor zij zijn benoemd respectievelijk gekozen. Dat verdient lof en ik ben sportief genoeg om hun die bij dezen toe te zwaaien.
We moeten wel bedenken dat er vier boelieden aan te pas moesten komen. Dezen zijn:
1. Boeman Brussel met zijn eis dat Nederland vóór aanstaande maandag een bezuinigingspakket moest indienen, op straffe van een kolossale boete (volgens de minister even hoog als de totale jaarkosten van ons politieapparaat.)
2. De financiële markten.
3. De machtige kredietbeoordelaars.
4. De publieke opinie en de massamedia. Het gemor in den lande over het Haagse geklooi begon oorverdovend te worden.
Bij alle opluchting kan ik mij toch niet aan een zekere scepsis onttrekken. Is het pakket van de 'Kunduz-coalitie' wel vrij van jujubussmetten, met andere woorden: hebben strenge rekenmeesters, onverbiddelijke econometristen de cijfertjes al onder de loep genomen? De vakbeweging is woedend; we kunnen ons opmaken voor enorme sociale onrust. Dat twee grote partijen, linkse bovendien, te weten de PvdA en de SP, momenteel met lege handen staan, is nog tot daaraan toe, maar dat zij als ware schlemielen in de hoek hun knopen tellen, is in het Nederlandse politieke bestel niet wenselijk.
En dan GroenLinks. Mevrouw Sap heeft flink haar (bevallige) nek uitgestoken. Zij heeft haar fractie meegekregen. Doch dat is slechts een kleine club. Valt niet te vrezen dat haar achterban, de Partij van de Opgewonden Standjes, haar verwijt: 'Jolande, je hebt in een mum GroenLinks verminkt tot GroenRechts.'?
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 11:28:00 0 reacties
Labels: De Jager, GroenLinks, politiek, Sap
donderdag 26 april 2012
Wantrouwen en minachting
Op zo’n dure Engelse public school is het voorgekomen dat in een vertrek met leerlingen de radio aanstond voor het plakken van akoestisch behang. Uitgezonden werd een redevoering van of een vraaggesprek met een politicus. Een surveillerende leraar trok ogenblikkelijk de stekker uit de muur met de woorden: ‘Geen gentleman behoort naar zoiets te luisteren.’
Politici kunnen o zo nederig doen tijdens de verkiezingscampagne, maar zodra zij op het pluche zitten, wanen zij zich halfgoden, blind en doof voor het feit dat zij door velen, niet per se de domsten of behorend tot de heffe des volks, worden gewantrouwd en zelfs geminacht. Hier is sprake van een ernstig euvel, dat zich herhaaldelijk, ook nu weer, in de zwaarste crisis sedert mensenheugenis, wreekt.
In het tweede kabinet-Balkenende was Thom de Graaf minister van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijkszaken. Als zodanig stak hij veel energie in het bemachtigen van een D66-kroonjuweel: de verkiezing van de burgemeester, een functionaris die wordt benoemd door de Kroon. Zijn desbetreffend wetsvoorstel sneuvelde in de Eerste Kamer, waarna hij aftrad. Wat deed nu onze nationale krullenbol (foto)? Hij werd burgemeester van Nijmegen, niet gekozen, neen, hij liet zich benoemen -- door de Kroon. Momenteel gaan binnen D66 weer stemmen op die willen ijveren voor de gekozen burgervader. Dit komt toch neer op het schaamteloos bepissen van de mondige kiezer!
Ik ben mordicus tegen een staatsbestel onder een Sterke Man. Ik ben hartstochtelijk vóór de parlementaire democratie, een beroerd systeem, maar het beste dat we hebben. Wel vind ik dat het onderhand eens tijd wordt voor een brede maatschappelijke discussie over de persoon van de volksvertegenwoordiger; een operettegezelschap als de huidige Haagse club kunnen wij ons, nu wij ons gesteld zien voor een uitdaging van schier ongekende omvang, niet langer veroorloven.
Vorige week, op de drempel van de presidentsverkiezing, bekeek ik op France2 een gedachtewisseling tussen kandidaten. Het was een en al justice sociale, réforme, redressement, moralité publique wat de klok sloeg. Geen van hen maakte duidelijk wat hij of zij met een en ander bedoelde, er werd ook niet naar gevraagd.
Bij ons is het van hetzelfde laken een pak. De vogel wordt niet afgeschoten door figuren met een solide algemene ontwikkeling, een rijke culturele bagage, een scherp historisch besef, maar door de luitjes met het overvloedigste spraakwater. Als ik bijvoorbeeld, met alle respect, Diederik Samson hoor, moet ik denken aan een patiënt met verbale buikloop, Mister Jingle ten voeten uit.
Het kwalijke is dat deze afwijking gepaard gaat met een vlucht in algemene categorieën, die de politici ontslaan van de verplichting het noodzakelijke denkwerk te verrichten. Zij kunnen naar hartelust freewheelen, de Grote Spuitbus hanteren en aldus de kiezers in slaap sussen. Helaas hebben zij hun opponenten en, dubbel helaas, de interviewers aangestoken.
Het zou voortaan zo moeten gaan dat de volksvertegenwoordiger die de woorden ‘sociale rechtvaardigheid’ in de mond neemt, ogenblikkelijk op de huid wordt gezeten met: ‘Stop! Wilt u even drie concrete punten ter zake noemen en aangeven wat u in de kamer gaat ondernemen op het stuk van wetgeving in dezen?’ En wie durft te zeveren over de sterkste schouders die de zwaarste lasten behoren te dragen, moet er terstond op gewezen worden dat hij of zij dus niet voor een verhoging van het btw-tarief kan zijn, nademaal dit een indirecte, in de grond onrechtvaardige belasting is, die de bijstandsmoeder veel harder treft dan de baas van een woningbouwcorporatie.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 10:55:00 5 reacties
woensdag 25 april 2012
Op naar Den Haag!
Lamentabel, volgens de media, wat zich daar aan het Binnenhof afspeelde. Op een paar uitzonderingen na leek geen van degenen die worden geacht ons te vertegenwoordigen, een boodschap te hebben aan het landsbelang. Het was veeleer zo dat zij zich al tot de tanden gewapend in de verkiezingsstrijd stortten.
Johanna Catharina Maria, alias Jolande, Sap, de fractieleidster van GroenLinks, die mij altijd doet denken aan een gesjeesde lerares-met-akte-Handwerken, eerder dan aan een ernstig te nemen politica, wil pas een constructief partijtje blazen, als de voorgenomen bezuinigingen op de cultuur in de vuilnisbak zijn gedeponeerd.
Waarom? Nu, dat lijkt me nogal logisch. Al die miljoenen Nederlanders die nu niet kunnen genieten van een concert met muziek van Karl-Heinz Stockhausen; die niet een tentoonstelling met doeken van Mark Rothko en Jackson Pollock kunnen bezoeken; die geen romans van Marcellus Emants uit de bieb kunnen halen; die niet een toneelvoorstelling van ‘Koning Oidipous’ kunnen bijwonen; al die velen die cultureel verpieteren, omdat zij lidmaatschappen en toegangsbewijzen niet langer kunnen betalen en zich gedwongen zien uit te wijken naar ‘Fiets ‘m erin!’, geven straks hun stem aan mevrouw Sap, die dan kan kraaien dat zij de Nederlander cultureel weer aan zijn gerief heeft geholpen. Zo bestijgt zij een sokkel waarop Thorbecke en de ouwe Drees jaloers zouden zijn geweest. Opschrift: “Zij leerde haar volk lezen.’ (Hetgeen heel wat verdienstelijker klinkt dan ‘Hij leerde zijn volk kezen’ op het te verwachten standbeeld voor Hugo Claus. Maar ik dwaal af.)
Intussen staan wij in de wereld en a fortiori natuurlijk in Europa voor aap. Wij zijn het immers geweest die het idee van de drieprocentsnorm hebben gelanceerd. En niemand heeft zich harder ingespannen om de Grieken de pis lauw te maken dan de Nederlandse minister van Financiën. Wij lijken wel de opschepper X. die in een bruin café bralt dat hij slechts een vrouw diep in d’ogen hoeft te kijken, of zij wil nog slechts één ding, namelijk dat hij -- om het bijbels te zeggen -- tot haar ingaat. En dan ontdekt een onderzoeksjournalist van de Evangelische Omroep dat mevrouw X. haar man niet één doch een dozijn paar horens heeft opgezet.
Wat te doen? zoals Tsjernysjevskij zei; en na hem Lenin. Heel eenvoudig. De kordate dames die mij de eer bewijzen van tijd tot tijd te reageren op mijn blogjes, plus hun partners, met wie het, naar ik heb begrepen, slecht kersen eten is, plus schrijver dezes tuffen naar Den Haag. Wij bezetten de vergaderzaal van de Tweede Kamer. Alles wordt afgegrendeld, niemand de deur uit. Iedereen wordt gefouilleerd, mobieltjes worden afgenomen. Driemaal daags wordt een eenvoudige doch smakeloze maaltijd opgediend. Geen vaste of vloeibare versnaperingen tussendoor. Wie een kleine of grote boodschap kwijt moet, wordt begeleid, de mannen door mijzelf, en als dan zo’n kale of zo’n helmboswuivende aan de pisbak denkt dat hij zich kan veroorloven op zijn strepen te gaan staan, voeg ik hem toe: ‘Ik vrees, vrindje, dat gij ook hier aan het kortste eindje trekt.’ (Maar ik dwaal weer af.) De isolatie van de kamerleden wordt eerst opgeheven, nadat zij een akkoord hebben bereikt over alle maatregelen die ons land er weer bovenop moeten helpen.
Kort na de oorlog was de toestand van Frankrijk bar en boos. De economie lag op haar gat, de verwoestingen tartten elke beschrijving. Generaal Charles de Gaulle, ook toen al regeringsleider, trommelde de politici en vakbondsleiders op om een herstelpan te ontwerpen. Gesteggel zonder einde, een complete Poolse landdag! Woedend zei De Gaulle: ‘Ik sluit jullie nu op en jullie blijven opgesloten, tot jullie het eens zijn geworden’. Een paar uur later waren zij het eens.
Ik schreef het al: ‘Dit wordt een heel dom stukje.’
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 12:56:00 7 reacties
Labels: crisis, De Gaulle, Lenin, politiek, Sap, Tsjernysjevskij
dinsdag 24 april 2012
Zijn laatste woorden
Op zeker dag bereikte mij het bericht dat hij was overleden aan de nierkwaal die hem al geruime tijd teisterde. Ik ging in mijn pension een donker pak aantrekken en fietste naar het sterfhuis. Daar werd ik ontvangen door de oudste zoon, een enorme blaaskaak. Na de gebruikelijke condoleance zei ik tegen de kerel: ‘We hebben natuurlijk in ons archief de nodige gegevens voor een ‘In memoriam’, maar ik wilde er een persoonlijke noot aan toevoegen. Per slot van zake was uw vader een bekende figuur alhier. Zijn laatste woorden bijvoorbeeld?’
‘Dat is een sympathiek idee van u. Vaders laatste woorden waren de hymne van Simeon bij de opdracht van het Kindje Jezus in de tempel: “Laat nu, o Heer, uw dienstknecht gaan in vrede naar uw woord; want mijn ogen hebben uw heil aanschouwd”. Vind u dat niet aangrijpend?’
Het leek me een hele ruk qua laatste-adem-uitblazen, ik voelde dat de blaaskaak me besodemieterde waar ik zelf bijstond. Maar ik kwam vers van het gymnasium en dacht: ‘relata refero’ (ik meld wat me verteld is.) Bovendien heb ik een kanjer van een pokerface. Ik antwoordde dus: ‘Zonder meer aangrijpend. Troostrijk ook. Mag ik het gebruiken voor mijn artikeltje?’
‘Dat mag u, meneer.’
Enkele weken later kwam ik Toosje tegen, een schatje met wie ik wel eens ging dansen. Zij was zelfstandig verpleegster en ik wist dat zij Sjaak R. aan zijn einde had gebracht. Ik vertelde haar wat zijn zoon me op de mouw had gespeld en vroeg wat Sjaak nu werkelijk met zijn laatste ademtocht had gepreveld.
‘Ik wil het je wel verklappen, Henk, maar je moet me zweren dat je het niet zult publiceren. Iedereen zou snappen wie zijn mond voorbij had gepraat en ik zou professioneel zijn uitgekaart.’
‘Plechtig beloofd.’
‘Goed dan. Zijn laatste woorden waren: “Kon ik nog maar eens een keer lekker pissen”.’
(Met dank aan Hervé Bazin)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 16:02:00 1 reacties
zaterdag 21 april 2012
Kristos en Maxima: een republikeins sprookje (3)
Bij complex nummertje 3 weet Kristos intuïtief dat hij de roos heeft getroffen. Hier geen bloot mokkel maar een elegante vrouw in een betoverende, nauwaanliggende strapless couturejurk, een zonnehoed van Italiaans stro en die pumps komen ook niet van de Schoenenreus. Het geheel tegen het deels aquamarijn-, deels indigoblauw van de Egeïsche Zee. Nadat zij haar parelwitte tanden in een sappige vijg heeft gezet en terwijl Kristos zenuwachtig zijn door angst- en zorgenzweet gevette pet in zijn handen ronddraait, glimlacht zij hem minzaam toe: ‘Wat kan ik voor u doen, goede man?’
(Ach, de klasse van de voorname vrouwen! denkt Kristos. Waar zouden zij toch dat minzame leren? Bij Schoevers? Zij krijgen ook geen middageten aangeboden maar een noenmaal; geen boek maar een boekwerk.)
‘Verexcuseer, koninklijke hoogheid, ik verkeer in uiterste nood. Die vervloekte economische en financiële crisis van ons land! Al die berooide debiteuren op mijn lat! Mijn arme Despina! Onze bloedjes van kinderen! Ik had gedacht: u kon voor dit buitenverblijf in ons mooie Kranidi 4,5 miljoen euro neertellen, misschien kunt u, uit solidariteit en wellicht ook een beetje uit erkentelijkheid voor het feit dat wij ons dorp door de eeuwen heen zo aantrekkelijk, zo ongerept hebben gehouden, een kleinigheidje missen voor een plaatselijk handwerksman die geheel buiten zijn schuld tot arme drommel is geworden. Per slot van zake zwemt u in onze Griekse zee… O, de schande! Nooit in de geschiedenis is het voorgekomen dat een Evangelistos met de bedelnap door de Peloponessos moest sloffen.’
‘Hoor eens, goede man, zo royaal op de pof werken — dat was wel een beetje dom. Griekse zee — dat geldt toch alleen voor die paar mijl terriritoriale wateren; de rest is van iedereen. En die befaamde Griekse zon — is ook van de hele mensheid; bovendien gaat ze voor niets op. En wat die 4,5 miljoen aangaat: die eenzijdige kranten hebben er niet bij verteld dat het kosten koper was, een lelijke tegenvaller voor de kroonprins en mij. Nee, wij kunnen momenteel echt niets missen, het spijt me, werkelijk.’
‘Maar ik heb gehoord, koninklijke hoogheid, dat u het voor het zeggen heeft bij Mikroskreditos. Ziet u daar misschien een mogelijkheid?’
‘Ook niet. Microcrediet is daarvoor niet bedoeld. Microcrediet is bestemd voor mensen die niet te beroerd zijn om een natte rug te halen. Als u het eens probeerde met werken…’
‘Ik zweer u, koninklijke hoogheid, dat ik mijn hele leven, van kindsbeen af, na slechts vier jaar lagere school…’
‘Ik heb het ook niet per se over uw persoon. Ik heb het over de Grieken in het algemeen. Dat ligt maar met de blote buik in de zon… En gijlieden leeft op veel te grote voet. Eén koekje bij de thee is niet genoeg, nee, het moeten hele kersenvlaaien zijn, complete tulbands. Maar u ziet er zo hongerig en dorstig uit. Hier, goede man, neem een lekkere vijg uit mijn mandje. Heerlijk rijp! Het sap druipt langs je kin!’
‘Nee, dank u, koninklijke hoogheid, van vijgen krijg ik de buikloop.’
Terugpeddelend naar het dorp, ontmoet Kristos zijn broer de pope. ‘Overal heb ik bot gevangen,’ jammert hij. ‘Basileios, hoe kan onze Goddelijke Zaligmaker dit toelaten? Dit heb ik toch niet verdiend!’
‘Kristos, uit de Heilige Schrift en onze kerkvaders weten we dat er niet slechts een God is wiens raadsbesluiten ondoorgrondelijk zijn. Er bestaat ook zo iemand als de duivel. Deze waart rond als een brullende leeuw, zoekend wien hij zal verslinden, zo leert ons de apostel Petrus. Bovendien (maar dat vind je niet bij de prins der apostelen) schijt de duivel altijd op de grootste hoop.’
Foto: Het centrum van Kranidi. Links, om de hoek, ligt de zaak van Kristos.
(slot)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 11:15:00 1 reacties
vrijdag 20 april 2012
Kristos en Maksima: een republikeins sprookje (2)
De villa waar Kristos puffend afstapte, was omgeven door een okerkleurige gestucte muur waarin een kleine eikenhouten deur. Geruime tijd na zijn ruk aan een schelketting -- hij wilde al onverrichterzake afdruipen -- ging de deur knarsend open. Een man met Slavische gelaatstrekken vroeg met een zwaar Russisch accent: 'Ja, wat mot je, haveloze?'
'Ik zou graag even met de prinses spreken. Als dat kan. Alsublieft.'
'Er is hier geen prinses. En ook geen prins. Hier woont niemand die met een armoedzaaier zoals jij iets te maken wil hebben. Probeer het maar eens hier aldernaast.' En terwijl zijn hand veelbetekenend in de richting van een verdachte bobbel onder zijn linkerjaspand bewoog: 'Scheer je weg, of ik schiet je voor je flikker!'
Bij de volgende villa begreep Kristos eigenlijk al meteen dat hij aan het verkeerde adres was. Achter in de tuin lag op een luchtbed een spiernakende stoeipoes te bruinen (in onze Griekse zon, nota bene, dacht de kleermaker wrevelig) en uit de villa klonk een warme grogstem: 'Shaken, not stirred!' Maar niet geschoten is altijd mis en de bewoner van dit riante pand had beslist wat te makken. Plotseling stond een beer van een vent in een kilt vóór Kristos. Die vroeg: 'Heb ik het genoegen te spreken met...'
'Nee, dat hebt u niet. U moet zeker de Master hebben? Waar gaat het over?'
'Over een financiële transactie.'
'Ja, dat kennen we hier. U bedoelt natuurlijk: een lening.'
'Eerlijk gezegd: ja. Maar wacht even: een leninkje. Een bedragje dat voor uw Master slechts apennootjes betekent.'
'Dat zal wel, ja. Aan hoeveel had u gedacht?'
'Met 2.000 euro zou ik enorm geholpen zijn. Zeg uw Master maar dat ik dan niet de hand aan mijzelf hoef te slaan.'
'Ik geef u weinig kans. Maar ik zal het even met Master opnemen.'
Dat opnemen scheen van een leien dakje te lopen. De gekilte beer was althans na luttele minuten weer terug. 'Master zit momenteel wat krap bij kas. Maar hij is graag bereid u tweeduizend trappen onder uw reet te geven.'
(wordt vervolgd)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 06:43:00 0 reacties
Labels: sprookjes
donderdag 19 april 2012
Kristos en Maksima: een republikeins sprookje (1)
Kristos Evangelistos is ten einde raad. Tot voor een jaar of daaromtrent kwam hij niets tekort -- nu ja, weinig of niets. De familie Evangelistos woont al sinds mensenheugnis in het dorpje Kranidi aan de Egeïsche Zee, op de Peloponessos in het zuidoosten van Griekenland. Kristos is kleermaker, net als zijn vader zaliger was en zijn grootvader zaliger, enfin, al zijn voorvaders zaliger sinds mensenheugnis. Hij houdt de familietraditie ook in die zin in ere dat hij een prima vakman is. Dat weten ze in Kranidi allemaal en daarom volgen alle notabelen van het dorp het voorbeeld van hun voorvaderen zaliger en laten hun kostuums en mantelpakjes door Kristos naaien. Natuurlijk pingelen ze, naar eeuwenoud Grieks gebruik, maar ons wakker snijdertje is wel zo slim dat hij het bedrag dat hij moet laten vallen, heeft ingecalculeerd; en uiteindelijk betalen al zijn klanten netjes, na enige aandrang.
Maar daar is lelijk de klad ingekomen wegens de ongekende crisis in de Griekse economie. Kristos heeft nu bijna 20.000 euro onder de mensen hangen. Zijn klanten zeggen dat zij zijn rekening echt niet kunnen betalen en dat zal ook wel zo zijn. De bank heeft al twee keer gedreigd dat zij zijn huis gaat executeren. Zij heeft reeds beslag laten leggen op zijn onmisbare naaimachine en zijn voorraad prachtige Italiaanse kamgarens. Het is dat hij heel gelovig is en een broer heeft die pope is in de Grieks-orthoxe kerk. Hij heeft geleerd dat zelfmoord een doodzonde is, waar eeuwig hellevuur op staat, anders had hij al zijn geladen dubbellloops in zijn mond gestopt.
Dan ontvangt Kristos een kattenbelletje van een neef die twintig jaar geleden naar Nederland is geëmigreerd. Neeflief laat hem weten dat de Nederlandse kroonprins Wilhelm-Alexandros en zijn vrouw Maksima in Griekenland een villacomplex met drie bungalows, een privé-haven en een privé-strand hebben gekocht. En waar in Griekenland? Uitgerekend in Kranidi! De twee moeten wel goed in hun slappe was zitten, want zij hebben er 4,5 miljoen euro voor geschokt. Maar het wordt nog mooier, zo leest Kristos. De prinses heeft een heel dikke vinger in de pap bij Mikrokreditos, een instelling die leningen op zeer gunstige voorwaarden verstrekt aan arme drommels; aan lui als Kristos Evangelistos, mag je dus aannemen.
Gelovig als hij is, vat Kristos een en ander niet op als een pikant nieuwtje. Niemand praat hem uit het hoofd dat het hier gaat om een vingerwijzing des hemels. Kennelijk wil onze Goddelijke Zaligmaker hem influisteren: 'Kristos, brave kerel, rep je naar het optrekje van de prinses en zij redt je uit de nood.'
(wordt vervolgd)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 12:31:00 0 reacties
Labels: Máxima, sprookjes, Willem-Alexander
woensdag 18 april 2012
Huxley zet de tijd even stil (5 en slot)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 12:37:00 0 reacties
Labels: bellettrie, Huxley, romans
dinsdag 17 april 2012
Huxley zet de tijd even stil (4)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 11:02:00 3 reacties
Labels: bellettrie, Huxley, romans
maandag 16 april 2012
Huxley zet de tijd even stil (3)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 09:26:00 1 reacties
Labels: Bacon, bellettrie, Huxley, journalistiek, opstellen, romans
zondag 15 april 2012
Huxley zet de tijd even stil (2)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 10:02:00 2 reacties
Labels: Burckhardt, Jan Oyen, journalistiek
zaterdag 7 april 2012
Huxley zet de tijd even stil (1)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 11:02:00 0 reacties
Labels: 'Paris Review', bellettrie, Huxley, Maguite, romans
donderdag 5 april 2012
Gezondste dieet: groenten en water (Huxley 4)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 07:54:00 0 reacties
Labels: bellettrie, boeddhisme, Huxley, romans, veganisme
woensdag 4 april 2012
Een pijl op zijn boog (Huxley 3)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 07:48:00 0 reacties
Labels: bellettrie, Huxley, romans, satire
dinsdag 3 april 2012
Zo de middelen, zo het resultaat (Huxley 2)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 10:59:00 0 reacties
Labels: bellettrie, communisme, fascisme, Huxley, romans
maandag 2 april 2012
Vrije liefde op de weg naar Kralingen
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 09:06:00 0 reacties
Labels: Huxley, poëzie, Shelley, vrije liefde