vrijdag 24 december 2010
maandag 20 december 2010
Over Gregor von Rezzori (2 en slot)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 06:31:00 0 reacties
Labels: bellettrie, Rezzori, romans
dinsdag 14 december 2010
Over Gregor von Rezzori (1)
Dat was ook toevallig: toen begin deze maand mijn lijfblad de roman Bloemen in de sneeuw van Gregor von Rezzori als geschikt geschenk voor de feestdagen aanprees, was ik van dezelfde auteur Ein Hermelin in Tschernopol aan het lezen. (Werd tijd, want blijkens een aantekening op het schutblad had ik het boek al op 17 juli 1972 in Helmond gekocht.)
Rezzori (eigenlijk: Gregor Arnulph Hilarius d'Arezzo) is een van die schrijvers die een tijdlang schier mateloos populair zijn, dan om onduidelijke redenen in quasi-complete vergetelheid verzinken en vervolgens een eveneens raadselachtige renaissance beleven. Ik heb niet in alle hoeken en gaten gespeurd, maar ik denk te weten dat van hem drie boeken in het Nederlands zijn c.q. worden vertaald: behalve Bloemen in de sneeuw in 2010 (het origineel is verschenen in 1989), Memoires van een antisemiet in 2008 (uitgekomen in 1979) en het voor aanstaande februari aangekondigde Een hermelijn in Tsjernopol, dat uit 1958 stamt.
Rezzori is in 1914 geboren te Czernowitz in de Boekovina, destijds een uithoek van de Donau-monarchie, na de Eerste Wereldoorlog opgedeeld tussen het koninkrijk Roemenië en de Oekraïene. Deze landstreek met haar wouden en Karpathenbergen was een ware smeltkroes van volken en talen: er woonden Duitsers, Oostenrijkers, Roethenen, Roemenen, Armeniërs, Hoetsoelen en Lipovanen en -- de grootste gemeenschap -- joden. Rezzori had Duits als moedertaal, maar sprak ook Roemeens, Pools, Italiaans, Oekraïens, Frans, Engels en jiddisch. Hij was achtereenvolgens Oostenrijker, Roemeen (als zodanig vervulde hij zijn militaire dienstplicht), sovjet-burger, statenloze en wederom Oostenrijker. Hij volgde een opleiding tot mimespeler en studeerde architectuur, medicijnen en kunstgeschiedenis. Zonder dertien ongelukken over zich af te roepen had hij twaalf ambachten, onder meer: romancier, journalist, scenarioschrijver, hoorspelauteur, acteur, memorialist en kunstcriticus. Zijn hobby bestond uit het verzamelen van beeldende kunst.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 07:51:00 0 reacties
donderdag 9 december 2010
Over Thomas Hardy (4 en slot)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 15:08:00 0 reacties
Groot, kleiner, kleinst; lang, korter, kortst
dinsdag 7 december 2010
Over Thomas Hardy (3)
Thomas Hardy (1840-1928) is en wordt vaak afgeschilderd als een pessimistisch auteur. Daar kan ik het niet mee eens zijn. Nu zit op deze mening niemand te wachten. Interessanter is wat de man er zelf van vond.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 06:20:00 0 reacties
Labels: 'Wessex Novels', bellettrie, Hardy
maandag 6 december 2010
Over Thomas Hardy (2)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 06:13:00 0 reacties
Labels: Hardy
zondag 5 december 2010
Over Thomas Hardy (1)
Mijn hoogleraar filosofie aan de Sorbonne heette Jean Brun. Hij was ook bruin: van haar, van ogen en van teint. Typisch een man uit het zuiden van Frankrijk. Hij sprak ook met een meer dan sappig accent uit de Midi, dat hem, naar mijn smaak althans, van stade kwam om ons op zeer levendige wijze vertrouwd te maken met de denkers vóór Socrates.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 10:37:00 5 reacties
zondag 21 november 2010
Schreeuw(lelijk)en om cultuur
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 08:10:00 7 reacties
Labels: Bowen, Camus, Coenen, Compton-Burnett, cultuur, Dostojevskij, Dreiser, Fontane, France, Hardy, John, Mann, Pirandello, Srindberg, Tolstoj, Van Eeden, Van Oudshoorn, Yourcenar. Couperus
dinsdag 2 november 2010
Ambtenaren op de schopstoel
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 11:07:00 5 reacties
Labels: ambtenarij, Unesco
zondag 31 oktober 2010
Vrouw, wilt gij succes? Word hermafrodiet!
Onlangs hoorde ik een commentator op de radio vertellen dat politicus X. in de Tweede Kamer letterlijk en figuurlijk door het ijs was gezakt. Dat was nog vóór Rutte, voor wie de polititiek aanvoelt als een warm bad en die daarin ook de parlementariërs -- steuners, gedogers en niet-gedogers -- wil onderdompelen.
Maar het kan nog gekker. Vanochtend bracht Radio 1 een korte reportage over een gezellig uitje van 400 vrouwen die door het blad Viva waren gelauwerd als ondernemend en succesrijk. Wat moet je doen om deze begeerde onderscheiding in de wacht te slepen, wilde de interviewer weten. Eén van de vierhonderd: 'Je moet een vrouw zijn met ballen, letterlijk en figuurlijk.'
De journalist, een man, vroeg niet door. Jammer. Deze of gene vrouw, die bedoelde knikkers niet van huis uit bezit, had misschien graag vernomen wat een ombouwoperatie kost.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 07:38:00 1 reacties
Labels: de buil van Ebben, hermafrodiet, Viva
vrijdag 29 oktober 2010
Hoe blauwer bloed, hoe gekker gemoed (4 en slot)
O, hoe dierbaar zijn zij, die excentriekelingen, aan het Britse hart! Op het internet trof ik de volgende uitspraak (van een onbekende) aan, die de spijker op de kop slaat: There are literally hundreds, if not thousands, of uniquely British people that fall into this category, from William Blake, to Robert Clive, to Johnny Rotten, all have that peculiar English eccentricity that is found nowhere else in the world. Every country produces great men and women, but the English greats all seem to have this 'ever so slightly mad' air about them.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 07:47:00 0 reacties
Labels: bellettrie, Mytton, Sitwell, Woolf
woensdag 27 oktober 2010
Hoe blauwer bloed, hoe gekker gemoed (3)
Virginia Woolf (foto) dankt haar plaats op de Olympus vooral aan haar roman Mrs Dalloway, die verscheen op 14 mei 1925, en wel om de knappe manier waarop zij de stream of consciousness toepast. Deze techniek is eind 19e eeuw in Frankrijk ontstaan als monologue intérieur, maar heeft voornamelijk furore gemaakt aan gene zijde van Het Kanaal.
Pionier was aldaar de bohémienne en feministe Dorothy Richardson, die leefde van 1873 tot 1957, met haar roman Pointed Roofs uit 1915, de eerste van haar Pilgrimage-romans. Het grote voorbeeld is natuurlijk Ulysses van James Joyce.
Ten onzent kan worden gewezen op Eva (1927) van Carry van Bruggen en Meneer Visser's hellevaart (1936) van Simon Vestdijk.
Mrs Dalloway heb ik vroeger met bewondering gelezen. Wel ging Clarissa Dalloway gaandeweg sterker op mijn zenuwen werken. Zoals gezegd, ben ik Night and Day aan het lezen en daar ontleen ik meer plezier aan. Het eerste is misschien de betere roman, het tweede de betere vertelling.
(wordt vervolgd)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 08:05:00 0 reacties
Labels: belletrie, Joyce, Richardson, stream of consciousness, Van Bruggen, Vestdijk, Woolf
dinsdag 26 oktober 2010
Ad rem
Anders dan in de Rooms-Katholieke Kerk kan in de Oud-Katholieke een vrouw diaken, priester en bisschop worden. Zo is het mogelijk dat de theologe Annemieke Duurkoop (60), als eerste vrouw, plebaan wordt. Zij wordt 31 oktober als zodanig in de Gertrudis-kathedraal te Utrecht geïnstalleerd. (In beide geloofsgemeenschappen is een plebaan de pastoor van een kathedraal; een kathedraal is de kerk van de bisschop en wordt zo genoemd, omdat daar zijn leerstoel, kathèdra, in het Grieks, staat.)
Tijdens zijn functie als aartsbisschop van Utrecht (1975-1983; we hebben het nu weer over het oude geloof) kreeg kardinaal Willebrands, een Westfries, op een vergadering eens de vraag waarom de kerk het ambt niet openstelde voor vrouwen. Hij kwam op de proppen met het klassieke antwoord: Jezus had apostelen geroepen, maar dat waren allemaal mannen; er was geen enkele vrouw bij.
Vrouw in de zaal: 'Er was ook geen kardinaal uit Bovenkarspel bij.'
Reactie van Zijne Eminentie: mond vol tanden.
Jo Willebrands werd in 1909 geboren te Bovenkarspel, waar zijn vader directeur van de veiling was. Hij overleed in 2006 te Denekamp.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 07:23:00 2 reacties
Labels: Duurkoop, Kerken, Willebrands
vrijdag 22 oktober 2010
Hoe blauwer bloed, hoe gekker gemoed (2)
Night and Day van Virginia Woolf dus. De moeder van hoofdpersoon Katherine Hilbery is een enigszins wereldvreemde vrouw, van dat genre dat met het hoofd in de wolken wandelt. Zij schrijft aan een geschiedkundig werk over haar voorname familie, maar er zit niet veel schot in. Telkens namelijk wanneer zij een vergeelde brief of een fotoalbum raadpleegt, dwalen haar gedachten af naar een of andere excentriekeling en verliest zij zich in lange alleenspraken over vroeger.
'En dat is Queenie Colquhoun,' ging zij verder, de bladzijden omslaand, 'die op haar reis naar Jamaica haar doodskist meenam, vol met sjaals en mutsjes, omdat je in Jamaica geen doodskisten kon krijgen, en zij was vreselijk bang dat zij daar zou sterven (wat haar ook overkwam) en dat zij zou worden opgegeten door de witte mieren... En daar heb je Miriam, in de jas van haar koetsier met al die capejes, en ze droeg er grote jachtlaarzen onder. Jullie, jonge mensen, mogen je wars van conventies noemen, maar jullie zijn niets vergeleken met haar.'
Zij draaide weer een pagina om en belandde bij het portret van een zeer masculiene, knappe lady, wier hoofd door de fotograaf was versierd met een keizerskroon.
'Ha, daar ben je, stuk ongeluk!' riep Mrs Hilbery uit, 'wat een lelijke ouwe despoot was je destijds! Hoe gingen wij allemaal voor je door de knieën! "Maggie," placht zij te zeggen, "als ik er niet was geweest, waar had jij dan gestaan?" En dat klopte; zij heeft hen met elkaar verenigd. Zij zei tegen mijn vader: "Trouw met haar," en dat deed hij; en zij zei tegen de arme kleine Clara: "Val op je knieën en aanbid hem," en dat deed zij; maar zij stond daarna weer op natuurlijk. Wat kon men anders verwachten? Clara was nog maar een kind -- achttien -- en bovendien half dood van angst. Maar die ouwe tiran heeft nooit berouw getoond. Zij zei altijd dat zij hun drie maanden van volmaakt geluk had bezorgd en dat niemand recht had op meer; en soms denk ik, Katherine, dat het waar is, weet je. Het is meer dan de meesten van ons krijgen, wij moeten alleen doen alsof en dat was iets waartoe geen van hen ooit in staat is geweest.'
(wordt vervolgd)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 06:22:00 0 reacties
Labels: bellettrie, Woolf
woensdag 20 oktober 2010
Hoe blauwer bloed, hoe gekker gemoed (1)
Een Britse edelman wordt geacht excentriek te zijn. De stelregel is zelfs: hoe blauwer het bloed, hoe gekker het gemoed. Dit wordt overigens niet alleen van mannen maar ook van vrouwen verwacht en niet slechts door de personen van hun eigen stand, eveneens door het grote publiek, dat in dezen wordt gevoed door de massamedia.
Ik heb eens in de Cotswolds geconverseerd met een wasechte lord, de 7e markies van X, die, terwijl hij voor zich heen prevelde, over mijn schouder in de wazige verte staarde, waar hij iets opmerkelijks meende waar te nemen. Ik dacht even dat hij zo met mij omsprong, omdat ik een foreigner was, doch alras bleek mij dat hij zich aldus met iedereen onderhield. Mijn eerste opwelling was de rare snijboon een cent te geven; ik kon echter het muntje in mijn zak houden, want ik herinnerde mij ooit gelezen te hebben dat markies nummertje 7 een biografie van een staatsman en een studie over een belangrijk staatsverdrag had geschreven, waarvan de meest vooraanstaande deskundigen in koor hadden geroepen dat beide werken het definitieve woord over de respectieve onderwerpen betekenden.
Misschien cultiveren de baronnen, de burggraven, de graven, de markiezen en de hertogen hun tics uit welbegrepen eigenbelang, namelijk om duidelijk te maken dat zij voldoen aan de definitie die Gilbert Keith Chesterton van de gentleman gaf: 'Een man die met rust gelaten wil worden.'
Overigens is het sinds enkele decennia zo dat via het mechanisme van nederwaartse sociale mobiliteit excentriek gedrag van de adel heeft afgegeven op prominente schrijvers, kunstenaars, acteurs en zelfs sportlieden.
Ik kom op dit onderwerp bij het lezen van Night and Day, een roman van Virginia Woolf (foto).
(wordt vervolgd)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 10:32:00 0 reacties
Labels: Britse adel, Chesterton, Woolf
dinsdag 12 oktober 2010
Wat er bij mij niet inkomt
Regelmatig verschijnen er lijstjes van de honderd beste boeken volgens recensenten. Of volgens het lezerspubliek. Nooit vind je eens een opsomming van de honderd slechtste. Zou me toch levendig interesseren.
Mijn lijfblad Trouw doet een gooitje in de goede richting. In het zaterdagbijvoegsel Letter en geest mogen zeer bekende of minder bekende Nederlanders uit de doeken doen wat zij zoal in hun boekenkast hebben staan en de laatste vraag van de krant luidt steeds: 'Wat komt er bij u niet in?'
Hoe zou mijn antwoord luiden? Ik denk ongeveer als volgt:
1/2/3 (ex aequo maar alle met stip). Science fiction, occulte romans van Dan Brown en consorten en alle werken van Kristien Hemmerechts en Connie Palmen.
4. Fantastische epiek. Ik heb ooit zo'n pil van Tolkien aangeschaft en, louter uit stoerheid of misschien plichtsbesef, uitgelezen, allemaal donders knap, hoor, die verhalen, doch er wil in mijn boezem maar geen snaar meetrillen. Ik ben er allergisch voor, wellicht moet ik zeggen: domweg allergisch.
5. (met enige nuancering). Historische romans. Ik ben een vurig bewonderaar van de Oostenrijkse schrijver Adalbert Stifter, mooiere natuurbeschrijvingen dan hij heeft niemand op papier gezet, doch ik blijf maar om zijn ridderroman Witiko heendraaien; en ik heb nog wel zo'n lekker in de hand liggend exemplaar in half-lederen band. Ook kan ik me er maar niet toe brengen me op Het woud der verwachting van Hella Haasse te storten, hoe hoog het ook geprezen is. Op The Inheritors van William Golding, die nog wel gelauwerd is met de Nobelprijs, ben ik na een bladzijde of twintig met wel en wee van Neanderthalers afgeknapt. Ik haast me echter te verklaren dat ik in dezen niet consequent ben. Aan I, Claudius en Claudius, the God van Robert Graves heb ik me ongans gelezen en hetzelfde, maar dan nog een graadje erger, geldt voor Mémoires d'Hadrien en L'oeuvre au noir van de geniale Marguerite Yourcenar.
PS: Momenteel lees ik The Paper Men van Golding voornoemd. Kostelijk! Maar dat komt niet uit de historische doos.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 11:10:00 1 reacties
Labels: bellettrie, Brown, Golding, Graves, Haasse, Hemmerechts, Palmen, Stifter, Tolkien
maandag 11 oktober 2010
Nabrander over Goethe
In haar reactie op mijn blogje over Goethe (4 dezer) schreef Bertie (http://www.kophieps.com) dat hij in ieder geval niet over zijn onderkomen te klagen had, zoals zij tijdens een bezoek aan zijn huis in Weimar had kunnen vaststellen.
Ik ben er nooit geweest, helaas. Maar in Gespräche mit Goethe in den letzten Jahren seines Lebens van Johann Peter Eckermann vond ik een plattegrond van de eerste verdieping van het riante pand die door Goethe bewoond werd. Er waren zestien kamers, die voor het personeel meegeteld, en de dichter kon zich dan ook veroorloven er een stuk of zes als musea in te richten, onder meer voor majolica en borstbeelden.
De dichter Eckermann (1792-1854) was Goethes behulpzame vertrouweling van 1823 tot diens dood in 1832. Door zijn bovengenoemde Gespräche, een kostelijke bron van informatie, heeft hij zich voor eens en voor altijd een plaats op de Olympus verworven. De wijsgeer Friedrich Nietzsche schreef in 1878: Goethes Unterhaltungen mit Eckermann, das beste deutsche Buch, das es gibt. De eerlijkheid gebiedt echter te zeggen dat ook andere stemmen hebben geklonken; Heinrich Heine bijvoorbeeld noemde Eckermann smalend 'Goethes papegaai'.
Een grote verdienste van Eckermann is ook dat hij orde heeft geschapen in de talloze stukken en stukjes kopij van Goethe; men heeft wel gezegd dat zonder hem het tweede deel van Faust nimmer het licht zou hebben gezien.
Eckermann bezocht Goethe voor het eerst op dinsdag 10 juni 1832 en dit was zijn impressie van diens woning: 'Het interieur van het huis maakte op mij een zeer aangename indruk; het was niet schitterend, eerder was alles in hoge mate voornaam en tevens eenvoudig; ook verrieden verschillende bij de trap staande afgietsels van antieke standbeelden Goethes bijzondere liefde voor de beeldende kunst en de Griekse oudheid.'
Afbeelding: Eckermann, in 1824 geschilderd door Johann Joseph Schmeller.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 06:36:00 0 reacties
Labels: Eckermann, Goethe, Heine bellettrie, nabranders, Schmeller. Nietzsche
donderdag 7 oktober 2010
O wee... chipkaart!
Natuurlijk erger ik me geel en groen aan bazinnetjes en baasjes die hun hond toestaan op de stoep een kiloknaller af te scheiden. Maar misschien erger ik me nog heviger aan het feit dat regelmatig een belangrijk project wordt toevertrouwd aan luitjes die te dom zijn om voor de duvel te dansen, of, indien wel voldoende kleine grijze cellen voorhanden zijn, te beroerd om dezelve aan het werk te zetten. Ik denk wel eens: als ik in mijn loopbaan zo had zitten klooien, had ik binnen de kortste kerel met garen en band langs de deur gemoeten.
Een paar jaar geleden stonden we internationaal voor schut wegens de tragikomedie met ons paspoort. Zelfs moest een staatssecretaris met een parlementaire trap onder zijn achterste het veld ruimen. Gegarandeerd dat ze in het buitenland hebben gemompeld: wat het eerste het beste apenland wel kan, kan Nederland kennelijk niet.
Thans moet een commissie onder aanvoering van mannetjesputter Leers de puinzoo van de ov-chipkaart opruimen. Was nu onder de 16 miljoen Nederlanders niet één vrouw of man te vinden die vooraf had kunnen uitvogelen welke problemen zich zoal zouden kunnen voordoen en de maatregelen opsommen om dezelve te voorkomen?
Ziezo, heb ik weer eens lekker kunnen mopperen. Mensen, wat lucht dat op!
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 11:19:00 2 reacties
Labels: Leers, OV-chipkaart, Scènes de la vie quotidienne
maandag 4 oktober 2010
De kunstenaar: in spinaziecademie of kasteel?
In mijn woonplaats hebben beeldend kunstenaars vele jaren gewerkt in een voormalige spinazieacademie. Elders scheppen zij hun epochemachende werken in een gewezen smidse, garage, pomphuis, meisjesschool, boterhal, ja, waar al niet? En waarom ook niet? Als je haar maar goed zit.
Iemand die er gans over dacht, was Goethe. In Wilhelm Meisters Wanderjahre (boek 2, hoofdstuk 8) schrijft hij: Beeldend kunstenaars moeten wonen als koningen of goden; hoe zouden zij anders voor koningen en goden kunnen bouwen en verluchten?
En hij vervolgt: Uiteindelijk moeten zij zodanig boven het alledaagse uitsteken dat de samenleving zich in en door hun werken tot adeldom verheven voelt.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 08:53:00 4 reacties
Labels: Goethe, kunstenaars
donderdag 30 september 2010
Opoe Groen treedt in. En uit! (3)
De kladderadatsch in het klooster kwam kort nadien. (Hebt gij de alliteratie opgemerkt?) Zuster Digitalis, Opoe Groen dus, werd ervan beticht een lokkend knipoogje te hebben gestuurd aan het adres van de loodgieter die een verstopte wc in de noordvleugel kwam doorsteken.
Zulks werd zuster Alstroemeria, moeder overste dus, gemeld door zuster Begonia (meisjesnaam Knol) en dat is op de foto bij aflevering 1 de tweede non van rechts, die met dat uitgestreken smoeltje dus. (Gedrag als dat van de knolbegonia wordt door de regel van de congregatie aangemoedigd, getuige artikel 112b: 'Wie een medezuster erbij lapt, wordt beloond, onder de gebruikelijke, door de Heilige Stoel gestelde voorwaarden, met een aflaat van 300 dagen.)
Moeder overste, hoewel natuurlijk een kind Gods, ja, een bruid van Christus, was des duivels.
Digitalis: 'Maar, waarde moeder, ik heb helegaar niet geknipoogd. Ik kreeg een vliegje in mijn oog. Dat was alles.' 'Ja, dat zal wel. Smoesjes! En nog wel jegens een arrebeier. Een rooie dus. Die natuurlijk op de PvdA stemt. Of misschien wel op de SP. Wat een schande voor onze geliefde congregatie! Wat een schande voor ons geliefd Kindje Jezus!'
'En als me dat nu eens was overkomen met Alexander Pechtold?'
'Dat ligt geheel anders. Mijnheer Pechtold is een auctionaris. Nu ja, vendumeester; afslager. Dat is een vrij beroep. Geen arrebeier dus. Bovendien is hij geheim weldoener van ons klooster.'
Opoe Groen bracht een slapeloze nacht door. De wekzuster vond de volgende ochtend Opoes cel leeg. Op de Spartaanse tafel lag een briefje: Ik heb het wel gehad met jullie reactionaire kijk op de samenleving. Mijn woonplaats is Leicester. O. Groen. PS: Om jullie (onverdiend) de schande te besparen, zal ik niet nakend over straat gaan. Ik heb daarom de paraplu van moeder overste in de hal tijdelijk tot mij genomen en verknipt tot een zouavenbroek. Verder heb ik uit het kloosterkleed een hesje geflanst. De rest van het habijt hangt op het knaapje in de kast. Houdoe.
De eerste actie van Opoe was zich naar een internetcafé reppen en mij een uitgebreide e-mail over haar wedervaren zenden. Met aan het slot enkele hartstochtelijke ontboezemingen, over de precieze bewoordingen waarvan ik uit kies- en bescheidenheid moet zwijgen.
Afbeelding: De loodgieter heeft het nonnensecreet zwart ontstopt. Hij wilde daarom slechts vermomd op de foto.
(wordt vervolgd)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 12:17:00 0 reacties
Labels: Opoe Groen
woensdag 29 september 2010
Opoe Groen treedt in. En uit ! (2)
Het eerste cracquelé in het ideale plaatje vertoonde zich al na amper drie maanden, toen tijdens een avondlijk koorgebed de communiteit met engelachtige sopraantjes de aangrijpende hymne Jezus is mijn rozenboom, rozen blozen aan hem schoon zong. Zuster Digitalis nu, in mundo, in de wereld dus, Opoe Groen, kende de melodie niet en kan ook geen noten lezen, wilde echter niet in het oog lopen door stommetje te spelen en zong op de tekst van de hymne met haar diepe, galmende, doordringende altstem de melodie van het lied (molto allegro, 4/4, tempo di marcia) Rozenkransken, u zij lof; uit den hof van den hemel nee-hee-heergezo-ho-ho-honden. Dit leek natuurlijk nergens op. Een complete kakofonie! Over uit de toon vallen gesproken. Alstroemeria, rijke moeder overste van het arme Kindje Jezus, die Digitalis trakteerde op een donderpreek waarvan de deur bol stond, zei: 'Het leek wel Vader Abraham met zijn Wie staat er daar doorheen te smurfen?'
Het bleef overigens niet bij de formidabele uitbrander. Zuster Digitalis kreeg de zwaarste straf waarin de regel van de congregatie voorzag: tijdens de recreatie in afzondering een uur naar een dvd met Albert Verlinde kijken.
(wordt vervolgd)
Foto: Het koorgebed van de communiteit. Zuster Digitalis is niet zichtbaar. Geheel links Femke Halsema; naast haar Job Cohen en Ahmed Aboutaleb, allen weldoeners van het klooster.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 10:17:00 0 reacties
Labels: Opoe Groen
dinsdag 28 september 2010
Opoe Groen treedt in. En uit! (1)
Geruime tijd al wilde de Lavazza 100 % arabica uit mijn Italiaanse koffiemachine en zelfs de Vosne-Romanée uit het topjaar 1982 mij niet meer smaken. Reden: geen levensteken van Opoe Groen.
Nu lag dat gedeeltelijk aan mij. Zonder echter dat mij hier enige schuld kan worden aangewreven.
Men zal zich herinneren dat, zoals het jargon van de zachte sector het pleegt uit te drukken, Opoe en ik sterk op elkaar betrokken zijn. Haar levendigste droom was met mij haar leven te delen of, zoals zij het placht uit te drukken, 'met jou gezellig oud te worden'. Maar ik ben een oppassende getrouwde man, uni thoro junctus, verbonden aan het ene bed, zoals de H. Schrift het zo beeldrijk zegt, en kon Opoe dus niet ter wille zijn. Even terzijde: je hebt ook uni tauro juncta, maar dat betekent: de vrouw, verbonden aan de ene stier; dat slaat hier dus als een drol op een sluisdeur.
Wat doet die gekke Opoe nu? Door onbevredigde en uitzichtloze hartstocht jegens mij verteerd, treedt zij met een dolle kop als novice in bij een zeer strenge nonnencongregatie: de 'Rijke Zusters van het Arme Kindje Jezus'. Zeer streng, dat wil zeggen: gedurende het noviciaat, dat een jaar duurt, niet spreken, behalve om moeder overste, zuster Alstroemeria, te antwoorden, niet bellen, mobiel noch vast, niet e-mailen, niet schrijven en natuurlijk al helemaal niet chatten.
Aanvankelijk voelde Opoe zich achter de hoge kloostermuur in de zevende hemel. Zij werd bekleed met het habijt en mocht een patroonheilige kiezen.Zij wilde voortaan naar de guitige naam Boudewiena luisteren, maar daar stak moeder overste een stokje voor: 'Geen sprake van. Veel te werelds. Boudewiena betekent Venusschoentje. Jij gaat Digitalis heten.'
(wordt vervolgd)
Foto: Opoe, reeds in het kloosterkleed, is de tweede van rechts. De achterste man met hoge zijden is Alexander Pechtold, als heer vermomd; hij is geheim weldoener van het klooster.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 09:08:00 2 reacties
Labels: Opoe Groen
zondag 26 september 2010
Zijn moeder wilde niet deugen
Het voyeurisme teistert al enige jaren de kijkbuis en het heeft er alle schijn van dat het zich voorlopig niet laat intomen.
Vanavond zendt de NCRV onder de titel Verloren band een documentaire uit waarin men een vol uur kan volgen hoe de journalist Frénk van der Linden (een zeer begaafd interviewer, deze eer moet men hem laten) probeert zijn ouders met elkaar te verzoenen. Zij zijn begin jaren '70 gescheiden (Frénk was toen 12), omdat moeder vreemd ging. Zij, Erica, is inmiddels 74 en lijdt aan de ziekte van Alzheimer, haar man Jan, 81, heeft sedert de breuk geen woord meer met haar gewisseld.
Ik zal er niet naar kijken. Om het cru te zeggen: overspelige journalistenmoeders interesseren mij geen flikker. Dat de zoon -- zeg maar: op de valreep -- tracht vrede te stichten tussen vader en moeder, is een loffelijk streven, maar ik snap niet waarom zich daar een paar honderdduizend mensen aan moeten vergapen. Vroeger hield men zoiets voor zich. Men vond toen: de vuile was was je thuis.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 15:30:00 5 reacties
Labels: Frénk van der Linden. NCRV, televisie, voyeurisme
Tot lering en vermaak (2)
Vrouw-zijn is een vreselijk moeilijke taak. Het bestaat namelijk hoofdzakelijk uit omgaan met mannen.
(Van de Pools-Engelse romanschijver Joseph Conrad. Hij werd in 1857 als Józef Korzeniowski geboren in de huidige Oekraïne en overleed in 1924. Zijn Lord Jim en Nostromo worden nog altijd veel gelezen.)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 06:29:00 3 reacties
Tot lering en vermaak (1)
Liberalen worden gekenmerkt door hun open geest. Zij zijn altijd bereid serieus aandacht te schenken aan beide kanten van dezelfde kant.
(Van een anonieme geestigaard)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 06:25:00 0 reacties
zaterdag 25 september 2010
Nog drie goeie van Goethe
Wer soll, wer kann aber auf sein vergangenes Leben zurückblicken, ohne gewissermaßen irre zu werden, da er meistens finden wird, daß sein Wollen richtig, sein Tun falsch, sein Begehren tadelhaft und sein Erlangen dennoch erwünscht gewesen? (Johann Wolfgang von Goethe, Wilhelm Meisters Wanderjahre, boek 1, hoofdstuk 10).
Das Wunderlichste im Leben ist das Vertrauen, daß andere uns führen werden. Haben wir's nicht, so tappen und tolpen wir unsern eignen Weg hin; haben wir's, so sind wir auch, eh wir's uns versehen, auf das schlechteste geführt. (Johann Wolfgang von Goethe, Maximen und Reflexionen)
En dan deze, die sommigen in hun zak kunnen steken: Toleranz sollte eigentlich nur eine vorübergehende Gesinnung sein: sie muß zur Anerkennung führen. Dulden heißt beleidigen. (Johann Wolfgang von Goethe, Maximen und Reflexionen)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 08:05:00 2 reacties
vrijdag 24 september 2010
Blauwe kliko: als groenen zijn wij witte raven
Opoe heet Groen, maar mijn vrouw en ik zijn groen. Elke vierde vrijdag van de maand zet ik een boordevolle blauwe kliko met oud papier op de door de gemeente aangewezen plaats. Immers, verreweg het meeste papier wordt gemaakt van hout en bomen zijn de longen van Moeder Aarde.
Volgens Bartjens zouden op bedoelde plek 20 containers moeten staan, maar toen ik vanochtend de onze aansleepte, viel er geen enkele waar te nemen. Aangezien mijn buren natuurlijk oud papier produceren, moet ik aannemen dat zij het hunne in de grijze of de groene kliko dan wel bij het (in onze gemeente apart ingezameld) plastic lazeren .
Als je Maurice de Hond vroeg of hij het milieubewustzijn van de Nederlanders wil peilen, zou hij meteen aan de slag gaan. Uiteraard, want daar moet hij van leven. Je moet het alleen niet doen, want zoals een oud-collega van me (hij was altijd al veel deugdzamer dan ik en heeft het dan ook gebracht tot hoogleraar in meningspeiling) pleegt te zeggen: 'Dit soort onderzoeken doet niets anders dan het gezond verstand bevestigen.' De Hond zou dan ook vaststellen dat driekwart van ons volk een groene tot zeer groene inborst zegt te hebben. En als lid 2 van de enquête dat driekwart zich ook groen tot zeer groen gedraagt.
Onzin. Voorlopig zijn vrouwlief en ik in onze buurt witte raven. Nu ja, zo lang het over oud papier gaat...
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 07:31:00 2 reacties
Labels: milieu
'... en een zuiver hart...'
'Hier vernehm ich von großen Naturgaben, Fähigkeiten und Fertigkeiten und doch zuletzt, bei ihrer Anwendung, manches Bedenken. Sollte ich mich darüber ins kurze fassen, so würde ich ausrufen: Große Gedanken und ein reines Herz, das ist's, was wir uns von Gott erbitten sollten.'
(Johann Wolfgang von Goethe, 1749-1832, Wilhelm Meisters Wanderjahre, boek 1, hoofdstuk 10).
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 05:12:00 0 reacties
zondag 19 september 2010
Scheids schuift met uitwerpselen
Mijn loopbaan begon ik bij een regionale krant en wel bij een plaatselijke editie die ooit een monopoliepositie had ingenomen, door een stommiteit van de directeur-hoofdredacteur, de slavendrijver en duitendief Jef de Brouwer, bijna het loodje had gelegd en nu weer een stuk van de markt wilde veroveren. Te dezen einde had De Brouwer in het centrum van de stad de voorkamer van een melkboer gehuurd (waarvoor hij wekelijks f 5,00 moest neertellen, wat hem de indruk gaf dat al zijn kiezen en tanden zonder verdoving werden getrokken.)
In dit vertrek moesten huizen: de administrateur, de advertentie-acquisiteur, de abonnementenwerver en de redactie (ik was de enige vaste kracht, 's avonds werd ik geholpen door twee schnabbelende heren van middelbare leeftijd: een gemeenteambtenaar en een kantoorpik). Soms, als de krant te laat van de centrale drukkerij kwam, kortten een stuk of acht bezorgers er de tijd, zware shag rokend en schuine moppen tappend.
Ik keek altijd reikhalzend uit naar de maandagochtend, omdat dan onze man van de abonnementen, Theo Melis, die in zijn vrije tijd scheidsrechter van de lagere klassen in de gewestelijke voetbalcompetitie was, zwaar opgefokt stoom kwam afblazen.
'Ja, dat was gisteren weer klare bloem, daar in de Peel, bij RK De Zeilberg tegen de Dijkse Boys. Maar nu zal ik die vlegel van een Janus van den Mangelwortel eens naaien zoals hij van zijn leven nog niet genaaid is.' Theo griste dan een vel kopijpapier van mijn bureau en schreef met een stompje potlood het klad van een rapport aan de tuchtcommissie van de KNVB, waarbij hij tot mijn aanzienlijk genoegen gaandeweg zijn schrijfsel voorlas: 'Nadat ik een vrije trap had gegeven wegens gevaarlijk spel van Janus van den Mangelwortel, meende deze mij te moeten toevoegen: "Stront". Toen ik hem hiervoor een waarschuwing gaf, meende hij te moeten opmerken: "Stuk stront".'
Op dit punt aanbeland, achtte Theo het raadzaam mij te polsen. 'Eerlijk gezegd, Theo, vraag ik me af of het wel pertinent genoeg is.'
Theo gepikeerd: 'Wat bedoel je: pertinent genoeg? Het lijkt me anders nogal duidelijk.'
'Jawel, maar bij de KNVB krijgen ze natuurlijk een massa van die rapporten en denken ze waarschijnlijk dat het zo'n vaart niet loopt, met andere woorden: dat een speler in het vuur van de strijd zo'n scheldwoord kan ontvallen. Kun je je verhaal niet was opsieren, in het eerlijke uiteraard? Heeft die Janus niet nog wat meer gefoeterd? Denk eens kalm na.'
Theo tuurde een tijdje naar het donkerbruin uitgeslagen plafond en: 'Verroest, nu je het zegt! Ik heb ook zoiets als "vuile stront" gehoord.'
'Aha, nu zijn we er. Je hebt nu drie elementen: stront, vuil en stuk. Ga daar nu eens mee schuiven.'
Theo scheen nu echt te denken dat ik hem in zekere vloeistof wilde drukken. Hij keek me althans achterdochtig aan. Maar plotseling lichtte zijn gezicht op: 'Ik zie wat je bedoelt. Ik rapporteer dat Van den Mangelwortel mij ook "vuil stuk stront" heeft genoemd. Daar stuur je toch op aan, niet?'
'Toch zijn we er nog niet helemaal. Ik zie nog één andere mogelijkheid.'
'Jij schijnt te denken dat jij hier de enige bent die kan schrijven... Maar wacht even, je hebt gelijk! Als vierde feit neem ik in mijn rapport op dat Van den Mangelwortel "stuk vuile stront" heeft geroepen.'
Zo verliep het op een van de eerste maandagen dat ik daar de redactie, mijzelf dus, leidde.
Een paar weken later werd ik bij de voordeur van de melkboer opgewacht door een kleerkast.
'Is Melis er al?'
'Nee, die is er niet. En hij komt voorlopig ook niet, want hij loopt in de ziektewet. Moet ik hem wat doorgeven? Wie bent u trouwens?'
'Ik ben Janus van den Mangelwortel en vertel Melis maar dat ik door zijn toedoen voor drie wedstrijden ben geschorst en dat ik hem zal weten te vinden.'
'Moet ik er nog een persoonlijke noot van u aan toevoegen?'
'Wat bedoel je?'
'Nou, zoiets als: "vuile stront".
Janus, haastig: 'Nee, dat vooral niet.'
'Misschien: "boerenlul"?'
"Ja, dat lijkt me een goed idee.'
Weer een tijdje nadien trof ik Theo Melis al reciterend aan: '... en nadat ik tegen speler Van den Mangelwortel een vrije trap had gegeven wegens hands, meende hij mij te moeten uitmaken voor "boerenlul".'
Foto: In de voorkamer van het gedeeltelijk zichtbare pand links was de editie van mijn krant gevestigd.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 15:19:00 0 reacties
Labels: Jef de Brouwer, journalistiek, voetbal
woensdag 15 september 2010
Hinder minder, formeer meer!
Merkt u er iets van? Ik bedoel: dat wij al sedert 20 februari worden bestuurd door een gezelschap demissionaire dames en heren?
Alles gaat gewoon door. Onderwijs wordt gegeven. Kranten worden bezorgd. Grutters bevoorraad. Blindedarmen verwijderd. Rijexamens afgenomen. Gods water loopt over Gods akker. Bekeuringen worden uitgeschreven. Legaal wordt via de voordeur langs de achterdeur illegaal verworven nederwiet gesleten. Boeren dorsen. Sappige bonussen worden uitgedeeld aan luitjes die rotzooi hebben getrapt. Hypotheekverstrekkers verneuken de klant als vanouds. Gods molens malen zeker maar langzaam.
In sommige opzichten draait Nederland zelfs beter dan onder missionaire bewindslieden: een club Tukkers houdt de hovaardige vedettes uit Italië in toom en onze heide is paarser dan ooit.
En reken maar dat aanstaande dinsdag de koninklijke knollen gewoon de gouden koets naar de Ridderzaal trekken en dat onze geliefde landsvrouwe aldaar het gebruikelijk stuk erbarmelijk proza zal voorlezen met de bekakte tongval die nog slechts bij amateurtoneelspeelsters wordt aangetroffen.
Van een tentamen staatsrecht in een grijs verleden meen ik me te herinneren dat onze grondwet geen termijn stelt aan kabinetsformaties. De huidige mag dus wat mij betreft doorgaan tot de kamerverkiezingen van 2014. Verhagen, Wilders en Rutte zijn zozeer verkikkerd op hun bedrijf dat zij daarnaar wel oren zullen hebben en de gezellige dikbeer Opstelten (foto), deze Vader des Vaderlands van onze affluent society, zal er ook wel voor te porren zijn.
Voorwaarde is natuurlijk dat de radiostilte strikt blijft gehandhaafd. Ik word dan verschoond van de dolkomische Klucht voor drie heren en van onthutsend gezwets in de media. Ongestoord kan ik me dan verkneukelen in drie pillen van John Cowper Powys en dito van Antonia Susan Byatt. Idee: stoor mij niet op mijn Pathmos.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 09:56:00 15 reacties
Labels: kabinetsformaties, Opstelten, Rutte, Verhagen, Wilders
dinsdag 14 september 2010
Een spaander van Goethe: actueel NL
Die Deutschen der neueren Zeit haben nichts anders für Denk- und Preßfreiheit gehalten, als daß sie sich einander öffentlich mißachten dürfen.
Dit is een van de talloze aforismen van Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832). Officieel staan ze te boek als Maximen und Reflexionen, maar de auteur noemde ze in de wandeling ook wel 'spaanders'.
Tip (niet van Bootz maar van Henk): vervang Deutschen door Niederländer en je bent helemaal bij de tijd.
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 08:31:00 1 reacties
zaterdag 11 september 2010
Mijn oude krant: gebed van de chef-redacteur
Ik zit de laatste dagen wat krap in mijn kopij en dat doet me denken aan mijn oude krant, Oost-Brabant, die zijn centrale redactie in Eindhoven had.
De eerste jaren na de oorlog begon het gelaat van het rijke roomse leven wel reeds enkele rimpeltjes te vertonen, maar maakte al met al nog een vieve indruk. Alle journalisten van Oost-Brabant waren praktizerende katholieken, sommige zelfs uitgesproken vroom. De nieuwsvoorziening was nog precair: de redacties waren zwaar onderbezet, het ANP deed weliswaar zijn best, maar had nog niet veel bij te zetten, geld voor abonnementen op de grote internationale persbureaus was er niet, de regiocorrespondenten waren fietsenmakers, kruideniers, bankbedienden, in het gunstige geval onderwijzers, van buitenlandse medewerkers druppelde van tijd tot tijd een verhaal per brief binnen, het openbaar vervoer was volop in wederopbouw, de telecommunicatie moest het gedeeltelijk hebben van zogenaamde treinbrieven (speciale enveloppen met kopij die werden meegegeven met conducteurs van de spoorwegen), enfin, men ziet het plaatje.
In die tijd is het op een avond, een uur voordat de krant moest 'zakken', voorgekomen dat er nog steeds geen artikel voor de opening van de voorpagina was. En zowaar, chef-redacteur Ad Bevers, op dat moment chef van de nieuwsdienst, ging in een hoek staan, sloeg een kruisteken en bad dat Onze Lieve Heer hem toch kopij zou sturen waarmee de krant met goed fatsoen 'de 1' kon openen. Zijn gebed werd verhoord. Het was vóór mijn tijd, maar ik heb het de latere chef-redacteur, dr Richard Mooren, die er bij was geweest, verschillende keren smakelijk horen vertellen.
In die tijd mochten katholieken op vrijdag geen vlees 'en jus uit vlees' eten. Arme mensen aten dan een haring of een katvisje, de beter gesitueerden paling of zalm (destijds nog uitsluitend als wilde verkrijgbaar, een dure lekkernij). Op een vrijdag meldde het ANP dat ergens boven de rivieren een man was gestikt in een biefstuk. Ad Bevers vreesde dat dit bericht bij de lezers verwarring zou stichten en voegde er, zonder dat hij van de vleeseter iets wist, aan toe: 'De man was niet katholiek.' En aldus kwam het in de krant. Ook dit heb ik uit een onverdachte bron: mijn vriend de schrijver Toon Kortooms (foto), die van 1945 tot 1953 redacteur van Oost-Brabant was.
(Zo ben ik toch nog aan kopij voor mijn blog gekomen. En ik heb er niets eens een gebed voor gestort!)
Geplaatst door: Et in Arcadia ego * tijd: 06:05:00 3 reacties